Niederländisch
Detailübersetzungen für verarmen (Niederländisch) ins Schwedisch
verarmen:
-
verarmen (verpauperen)
Konjugationen für verarmen:
o.t.t.
- verarm
- verarmt
- verarmt
- verarmen
- verarmen
- verarmen
o.v.t.
- verarmde
- verarmde
- verarmde
- verarmden
- verarmden
- verarmden
v.t.t.
- ben verarmd
- bent verarmd
- is verarmd
- zijn verarmd
- zijn verarmd
- zijn verarmd
v.v.t.
- was verarmd
- was verarmd
- was verarmd
- waren verarmd
- waren verarmd
- waren verarmd
o.t.t.t.
- zal verarmen
- zult verarmen
- zal verarmen
- zullen verarmen
- zullen verarmen
- zullen verarmen
o.v.t.t.
- zou verarmen
- zou verarmen
- zou verarmen
- zouden verarmen
- zouden verarmen
- zouden verarmen
diversen
- verarm!
- verarmt!
- verarmd
- verarmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für verarmen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
göra fattig | verarmen; verpauperen | |
utarma | verarmen; verpauperen |