Niederländisch
Detailübersetzungen für uitreiken (Niederländisch) ins Schwedisch
uitreiken:
-
uitreiken (distribueren; verdelen; ronddelen)
-
uitreiken (ronddelen; verdelen; uitdelen; rondgeven; rondreiken)
Konjugationen für uitreiken:
o.t.t.
- reik uit
- reikt uit
- reikt uit
- reiken uit
- reiken uit
- reiken uit
o.v.t.
- reikte uit
- reikte uit
- reikte uit
- reikten uit
- reikten uit
- reikten uit
v.t.t.
- heb uitgereikt
- hebt uitgereikt
- heeft uitgereikt
- hebben uitgereikt
- hebben uitgereikt
- hebben uitgereikt
v.v.t.
- had uitgereikt
- had uitgereikt
- had uitgereikt
- hadden uitgereikt
- hadden uitgereikt
- hadden uitgereikt
o.t.t.t.
- zal uitreiken
- zult uitreiken
- zal uitreiken
- zullen uitreiken
- zullen uitreiken
- zullen uitreiken
o.v.t.t.
- zou uitreiken
- zou uitreiken
- zou uitreiken
- zouden uitreiken
- zouden uitreiken
- zouden uitreiken
en verder
- ben uitgereikt
- bent uitgereikt
- is uitgereikt
- zijn uitgereikt
- zijn uitgereikt
- zijn uitgereikt
diversen
- reik uit!
- reikt uit!
- uitgereikt
- uitreikend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für uitreiken:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
dela ut | distribueren; ronddelen; rondgeven; rondreiken; uitdelen; uitreiken; verdelen | geneesmiddel toedienen; geven; ingeven; schenken; toedienen; verlenen; verstrekken |
distribuera | distribueren; ronddelen; uitreiken; verdelen | distribueren; verdelen |
fördela | ronddelen; rondgeven; rondreiken; uitdelen; uitreiken; verdelen | |
skicka runt | ronddelen; rondgeven; rondreiken; uitdelen; uitreiken; verdelen | rondsturen; rondzenden |
Wiktionary Übersetzungen für uitreiken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitreiken | → utdela | ↔ dispenser — exempter de la règle ordinaire, par faveur spéciale, ou simplement exempter de quelque chose. |
• uitreiken | → utdela | ↔ distribuer — répartir une chose entre plusieurs personnes ou plusieurs endroits. |
• uitreiken | → föranleda; förorsaka; orsaka | ↔ procurer — faire obtenir à une personne quelque avantage par son crédit, par ses soins. |