Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. uithuilen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für uithuilen (Niederländisch) ins Schwedisch

uithuilen:

uithuilen Verb (huil uit, huilt uit, huilde uit, huilden uit, uitgehuild)

  1. uithuilen
    gråta ut
    • gråta ut Verb (gråter ut, grät ut, gråtit ut)

Konjugationen für uithuilen:

o.t.t.
  1. huil uit
  2. huilt uit
  3. huilt uit
  4. huilen uit
  5. huilen uit
  6. huilen uit
o.v.t.
  1. huilde uit
  2. huilde uit
  3. huilde uit
  4. huilden uit
  5. huilden uit
  6. huilden uit
v.t.t.
  1. heb uitgehuild
  2. hebt uitgehuild
  3. heeft uitgehuild
  4. hebben uitgehuild
  5. hebben uitgehuild
  6. hebben uitgehuild
v.v.t.
  1. had uitgehuild
  2. had uitgehuild
  3. had uitgehuild
  4. hadden uitgehuild
  5. hadden uitgehuild
  6. hadden uitgehuild
o.t.t.t.
  1. zal uithuilen
  2. zult uithuilen
  3. zal uithuilen
  4. zullen uithuilen
  5. zullen uithuilen
  6. zullen uithuilen
o.v.t.t.
  1. zou uithuilen
  2. zou uithuilen
  3. zou uithuilen
  4. zouden uithuilen
  5. zouden uithuilen
  6. zouden uithuilen
en verder
  1. ben uitgehuild
  2. bent uitgehuild
  3. is uitgehuild
  4. zijn uitgehuild
  5. zijn uitgehuild
  6. zijn uitgehuild
diversen
  1. huil uit!
  2. huilt uit!
  3. uitgehuild
  4. uithuilend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für uithuilen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gråta ut uithuilen