Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. uiterlijkheid:
  2. uiterlijk:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für uiterlijkheid (Niederländisch) ins Schwedisch

uiterlijkheid:

uiterlijkheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de uiterlijkheid (uitwendigheid)

Übersetzung Matrix für uiterlijkheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
uttåt riktad uiterlijkheid; uitwendigheid

Verwandte Wörter für "uiterlijkheid":


uiterlijkheid form of uiterlijk:

uiterlijk [het ~] Nomen

  1. het uiterlijk (verschijning; voorkomen; gedaante; )
  2. het uiterlijk (postuur; figuur; gedaante)
    hållning; pose; kroppsbyggnad

uiterlijk Adjektiv

  1. uiterlijk (uitwendig)
    yttre
  2. uiterlijk (op z'n laatst)
    senast
  3. uiterlijk (op zijn laatst)
    på sista
  4. uiterlijk (buitenaf)

Übersetzung Matrix für uiterlijk:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
framträdande aangezicht; aanzien; buitenkant; gedaante; gelaat; iemand zijn uiterlijk; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm aanblik; comparatie; indringerigheid; verschijning; verschijningsvorm
hållning figuur; gedaante; postuur; uiterlijk houding; lichaamshouding; pose; stand; standje
kroppsbyggnad figuur; gedaante; postuur; uiterlijk constitutie; lichaamsbouw
pose figuur; gedaante; postuur; uiterlijk
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
framträdande invloedrijk; vooraanstaand
från utsidan buitenaf; uiterlijk
på sista op zijn laatst; uiterlijk
senast op z'n laatst; uiterlijk
yttre uiterlijk; uitwendig

Verwandte Wörter für "uiterlijk":


Wiktionary Übersetzungen für uiterlijk:


Cross Translation:
FromToVia
uiterlijk extern external — outside of something
uiterlijk utseende look — physical appearance
uiterlijk uppsyn; min; anletsdrag Miene — Gesichtszüge als situativer Wesens- bzw. Gemütsausdruck
uiterlijk min Miene — äußere Erscheinung, mit besonderer Betonung des Gesichts
uiterlijk anseende; anblick; vy airmélange gazeux constituer l’atmosphère.
uiterlijk hastighet; tempo; anblick; anseende; vy allurefaçon d’aller, de marcher.
uiterlijk min mineair qui résulter de la conformation extérieure de la personne, et principalement du visage.