Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten
- uit de weg ruimen:
-
Wiktionary:
- uit de weg ruimen → undanröja, röja ur vägen, avlägsna, ta bort
Niederländisch
Detailübersetzungen für uit de weg ruimen (Niederländisch) ins Schwedisch
uit de weg ruimen:
uit de weg ruimen Verb (ruim uit de weg, ruimt uit de weg, ruimde uit de weg, ruimden uit de weg, uit de weg geruimd)
-
uit de weg ruimen (liquideren; afmaken; koudmaken)
Konjugationen für uit de weg ruimen:
o.t.t.
- ruim uit de weg
- ruimt uit de weg
- ruimt uit de weg
- ruimen uit de weg
- ruimen uit de weg
- ruimen uit de weg
o.v.t.
- ruimde uit de weg
- ruimde uit de weg
- ruimde uit de weg
- ruimden uit de weg
- ruimden uit de weg
- ruimden uit de weg
v.t.t.
- heb uit de weg geruimd
- hebt uit de weg geruimd
- heeft uit de weg geruimd
- hebben uit de weg geruimd
- hebben uit de weg geruimd
- hebben uit de weg geruimd
v.v.t.
- had uit de weg geruimd
- had uit de weg geruimd
- had uit de weg geruimd
- hadden uit de weg geruimd
- hadden uit de weg geruimd
- hadden uit de weg geruimd
o.t.t.t.
- zal uit de weg ruimen
- zult uit de weg ruimen
- zal uit de weg ruimen
- zullen uit de weg ruimen
- zullen uit de weg ruimen
- zullen uit de weg ruimen
o.v.t.t.
- zou uit de weg ruimen
- zou uit de weg ruimen
- zou uit de weg ruimen
- zouden uit de weg ruimen
- zouden uit de weg ruimen
- zouden uit de weg ruimen
en verder
- ben uit de weg geruimd
- bent uit de weg geruimd
- is uit de weg geruimd
- zijn uit de weg geruimd
- zijn uit de weg geruimd
- zijn uit de weg geruimd
diversen
- ruim uit de weg!
- ruimt uit de weg!
- uit de weg geruimd
- uit de weg ruimend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für uit de weg ruimen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
eliminera | afmaken; koudmaken; liquideren; uit de weg ruimen | liquideren; uitroeien |
Wiktionary Übersetzungen für uit de weg ruimen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uit de weg ruimen | → undanröja; röja ur vägen | ↔ beseitigen — umgangssprachlich: jemanden töten |
• uit de weg ruimen | → undanröja; avlägsna; ta bort | ↔ beseitigen — etwas beiseite schaffen; etwas entfernen |