Niederländisch
Detailübersetzungen für uit de koers raken (Niederländisch) ins Schwedisch
uit de koers raken:
uit de koers raken Verb (raak uit de koers, raakt uit de koers, raakde uit de koers, raakden uit de koers, uit de koers geraakt)
-
uit de koers raken
Konjugationen für uit de koers raken:
o.t.t.
- raak uit de koers
- raakt uit de koers
- raakt uit de koers
- raken uit de koers
- raken uit de koers
- raken uit de koers
o.v.t.
- raakde uit de koers
- raakde uit de koers
- raakde uit de koers
- raakden uit de koers
- raakden uit de koers
- raakden uit de koers
v.t.t.
- ben uit de koers geraakt
- bent uit de koers geraakt
- is uit de koers geraakt
- zijn uit de koers geraakt
- zijn uit de koers geraakt
- zijn uit de koers geraakt
v.v.t.
- was uit de koers geraakt
- was uit de koers geraakt
- was uit de koers geraakt
- waren uit de koers geraakt
- waren uit de koers geraakt
- waren uit de koers geraakt
o.t.t.t.
- zal uit de koers raken
- zult uit de koers raken
- zal uit de koers raken
- zullen uit de koers raken
- zullen uit de koers raken
- zullen uit de koers raken
o.v.t.t.
- zou uit de koers raken
- zou uit de koers raken
- zou uit de koers raken
- zouden uit de koers raken
- zouden uit de koers raken
- zouden uit de koers raken
diversen
- raak uit de koers!
- raakt uit de koers!
- uit de koers geraakt
- uit de koer rakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für uit de koers raken:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
komma av kurs | uit de koers raken |