Niederländisch
Detailübersetzungen für troef (Niederländisch) ins Schwedisch
troef:
-
de troef (troefkaart; troeven)
Übersetzung Matrix für troef:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
trumfkort | troef; troefkaart; troeven |
Verwandte Wörter für "troef":
troef form of troeven:
-
de troeven (troefkaart; troef)
-
troeven
Konjugationen für troeven:
o.t.t.
- troef
- troeft
- troeft
- troeven
- troeven
- troeven
o.v.t.
- troefte
- troefte
- troefte
- troeften
- troeften
- troeften
v.t.t.
- heb getroeft
- hebt getroeft
- heeft getroeft
- hebben getroeft
- hebben getroeft
- hebben getroeft
v.v.t.
- had getroeft
- had getroeft
- had getroeft
- hadden getroeft
- hadden getroeft
- hadden getroeft
o.t.t.t.
- zal troeven
- zult troeven
- zal troeven
- zullen troeven
- zullen troeven
- zullen troeven
o.v.t.t.
- zou troeven
- zou troeven
- zou troeven
- zouden troeven
- zouden troeven
- zouden troeven
en verder
- ben getroeft
- bent getroeft
- is getroeft
- zijn getroeft
- zijn getroeft
- zijn getroeft
diversen
- troef!
- troeft!
- getroeft
- troevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für troeven:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
trumfkort | troef; troefkaart; troeven | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
spela trumf | troeven | |
trumfa | troeven |