Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. tillen:
  2. tilt:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für tillen (Niederländisch) ins Schwedisch

tillen:

tillen Verb (til, tilt, tilde, tilden, getild)

  1. tillen (bedotten; afzetten)
    fuska; lura; bedra; narra; fiffla; spela falskt
    • fuska Verb (fuskar, fuskade, fuskat)
    • lura Verb (lurar, lurade, lurat)
    • bedra Verb (bedrar, bedragade, bedragat)
    • narra Verb (narrar, narrade, narrat)
    • fiffla Verb (fifflar, fifflade, fifflat)
    • spela falskt Verb (spelar falskt, spelade falskt, spelat falskt)
  2. tillen (optillen; opheffen; heffen; )
    lyfta upp; hissa upp
    • lyfta upp Verb (lyftar upp, lyftade upp, lyftat upp)
    • hissa upp Verb (hissar upp, hissade upp, hissat upp)

Konjugationen für tillen:

o.t.t.
  1. til
  2. tilt
  3. tilt
  4. tillen
  5. tillen
  6. tillen
o.v.t.
  1. tilde
  2. tilde
  3. tilde
  4. tilden
  5. tilden
  6. tilden
v.t.t.
  1. heb getild
  2. hebt getild
  3. heeft getild
  4. hebben getild
  5. hebben getild
  6. hebben getild
v.v.t.
  1. had getild
  2. had getild
  3. had getild
  4. hadden getild
  5. hadden getild
  6. hadden getild
o.t.t.t.
  1. zal tillen
  2. zult tillen
  3. zal tillen
  4. zullen tillen
  5. zullen tillen
  6. zullen tillen
o.v.t.t.
  1. zou tillen
  2. zou tillen
  3. zou tillen
  4. zouden tillen
  5. zouden tillen
  6. zouden tillen
en verder
  1. ben getild
  2. bent getild
  3. is getild
  4. zijn getild
  5. zijn getild
  6. zijn getild
diversen
  1. til!
  2. tilt!
  3. getild
  4. tillend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für tillen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bedra afzetten; bedotten; tillen afzetten; bedonderen; bedriegen; beduvelen; belazeren; besodemieteren; bezwendelen; frauderen; misleiden; neppen; oplichten; sjoemelen; voorspiegelen; wijsmaken; zwendelen
fiffla afzetten; bedotten; tillen
fuska afzetten; bedotten; tillen afzetten; fröbelen; haspelen; knutselen; modderen; prutsen; tot een warboel maken; verneuken; verprutsen; verwarren
hissa upp heffen; lichten; omhoog brengen; omhoogheffen; opheffen; optillen; tillen met een takel ophijsen; omhoogrukken; takelen
lura afzetten; bedotten; tillen aanlokken; afzetten; bedonderen; bedriegen; beduvelen; beetnemen; belazeren; besodemieteren; bezwendelen; dichtbijlokken; foppen; frauderen; lokken; meelokken; misleiden; neppen; om de tuin leiden; op een dwaalspoor zetten; oplichten; tevoorschijn lokken; verleiden; verlokken; verneuken; voorspiegelen; voortlokken; weglokken; zwendelen
lyfta upp heffen; lichten; omhoog brengen; omhoogheffen; opheffen; optillen; tillen heffen; hijsen; met een takel ophijsen; omhoog doen; omhoog heffen; omhoogrukken; omhoogtillen; opheffen; samenvouwen; takelen
narra afzetten; bedotten; tillen aanlokken; lokken; meelokken; neppen; verleiden; verlokken; voorspiegelen; voortlokken; weglokken
spela falskt afzetten; bedotten; tillen

Wiktionary Übersetzungen für tillen:


Cross Translation:
FromToVia
tillen hissa; upphisa; upphäva; upphöja lever — Faire qu’une chose être plus haut qu’elle n’était.
tillen hissa; upphisa; upphäva; upphöja souleverlever à une faible hauteur.
tillen hissa; upphisa; upphäva; upphöja élever — Traductions à trier suivant le sens

tilt:


Verwandte Übersetzungen für tillen