Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. terugtredend:
  2. terugtreden:


Niederländisch

Detailübersetzungen für terugtredend (Niederländisch) ins Schwedisch

terugtredend:

terugtredend Adjektiv

  1. terugtredend

Übersetzung Matrix für terugtredend:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avträdande aftreden; uittreding
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avträdande terugtredend
frånträdande terugtredend

terugtreden:

terugtreden Verb (treed terug, treedt terug, trad terug, traden terug, teruggetreden)

  1. terugtreden (op de achtergrond treden)
    ta tillbaka; dra tillbaka; tillbakadra
    • ta tillbaka Verb (tar tillbaka, tog tillbaka, tagit tillbaka)
    • dra tillbaka Verb (drar tillbaka, drog tillbaka, dragit tillbaka)
    • tillbakadra Verb (tillbakadrar, tillbakadrog, tillbakadragit)

Konjugationen für terugtreden:

o.t.t.
  1. treed terug
  2. treedt terug
  3. treedt terug
  4. treden terug
  5. treden terug
  6. treden terug
o.v.t.
  1. trad terug
  2. trad terug
  3. trad terug
  4. traden terug
  5. traden terug
  6. traden terug
v.t.t.
  1. heb teruggetreden
  2. hebt teruggetreden
  3. heeft teruggetreden
  4. hebben teruggetreden
  5. hebben teruggetreden
  6. hebben teruggetreden
v.v.t.
  1. had teruggetreden
  2. had teruggetreden
  3. had teruggetreden
  4. hadden teruggetreden
  5. hadden teruggetreden
  6. hadden teruggetreden
o.t.t.t.
  1. zal terugtreden
  2. zult terugtreden
  3. zal terugtreden
  4. zullen terugtreden
  5. zullen terugtreden
  6. zullen terugtreden
o.v.t.t.
  1. zou terugtreden
  2. zou terugtreden
  3. zou terugtreden
  4. zouden terugtreden
  5. zouden terugtreden
  6. zouden terugtreden
en verder
  1. ben teruggetreden
  2. bent teruggetreden
  3. is teruggetreden
  4. zijn teruggetreden
  5. zijn teruggetreden
  6. zijn teruggetreden
diversen
  1. treed terug!
  2. treedt terug!
  3. teruggetreden
  4. terugtredend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für terugtreden:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ta tillbaka afketsen; afstuiten; ricocheren; terugkaatsen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dra tillbaka op de achtergrond treden; terugtreden opkomen voor
ta tillbaka op de achtergrond treden; terugtreden
tillbakadra op de achtergrond treden; terugtreden