Niederländisch
Detailübersetzungen für terugkopen (Niederländisch) ins Schwedisch
terugkopen:
-
terugkopen
Konjugationen für terugkopen:
o.t.t.
- koop terug
- koopt terug
- koopt terug
- kopen terug
- kopen terug
- kopen terug
o.v.t.
- kocht terug
- kocht terug
- kocht terug
- kochten terug
- kochten terug
- kochten terug
v.t.t.
- heb terugekocht
- hebt terugekocht
- heeft terugekocht
- hebben terugekocht
- hebben terugekocht
- hebben terugekocht
v.v.t.
- had terugekocht
- had terugekocht
- had terugekocht
- hadden terugekocht
- hadden terugekocht
- hadden terugekocht
o.t.t.t.
- zal terugkopen
- zult terugkopen
- zal terugkopen
- zullen terugkopen
- zullen terugkopen
- zullen terugkopen
o.v.t.t.
- zou terugkopen
- zou terugkopen
- zou terugkopen
- zouden terugkopen
- zouden terugkopen
- zouden terugkopen
en verder
- ben terugekocht
- bent terugekocht
- is terugekocht
- zijn terugekocht
- zijn terugekocht
- zijn terugekocht
diversen
- koop terug!
- koopt terug!
- terugekocht
- terugkopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für terugkopen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
köpa tillbaka | terugkopen | |
återköpa | terugkopen | aflossen; inlossen |
Verwandte Wörter für "terugkopen":
terugkoop:
-
terugkoop
tillbakaköp-
tillbakaköp Nomen
-
Übersetzung Matrix für terugkoop:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
tillbakaköp | terugkoop |