Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für sufheid (Niederländisch) ins Schwedisch

suf:

suf Adjektiv

  1. suf (saai; vervelend; eentonig; )
    tråkigt; tråkig
  2. suf (geestdodend; saai; eentonig; stom; afstompend)
    tråkigt; dödstrist; långsam; långsamt
  3. suf (versuft; soezerig; geesteloos; )
    yrvaken; yrvaket; dåsigt
  4. suf (doezelig; soezerig)
    dåsig; dåsigt
  5. suf (onverstandig; dom; stom)
    oförståndigt; stumt; tyst; oförståndig; dumt
  6. suf (duf)
    unken; unket; förlegat

Übersetzung Matrix für suf:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
långsam draler
tråkigt verveling
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dumt dom; onverstandig; stom; suf achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; dwaas; geesteloos; gek; gemeen; hersenloos; idioot; lullig; maf; min; onbenullig; onbezonnen; onnozel; onverstandig; onzinnig; slecht; stompzinnig; stupide; vals; verstandeloos
dåsig doezelig; soezerig; suf dommelig; lodderig; slaperig; suffig; versuft
dåsigt daas; doezelig; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; versuft dommelig; lodderig; slaperig; soezig; suffig; versuft
dödstrist afstompend; eentonig; geestdodend; saai; stom; suf
förlegat duf; suf achterlijk; oubollig
långsam afstompend; eentonig; geestdodend; saai; stom; suf langzaamaan
långsamt afstompend; eentonig; geestdodend; saai; stom; suf langzaamaan; lijzig; log; loom
oförståndig dom; onverstandig; stom; suf
oförståndigt dom; onverstandig; stom; suf
stumt dom; onverstandig; stom; suf
tråkig afgezaagd; eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend; suf; vervelend afgezaagd; eentonig; ellendig; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; monotoon; onbehaaglijk; ongezellig; rot; saai; saaie; sfeerloos; slaapverwekkend; vervelend; zonder sfeer
tråkigt afgezaagd; afstompend; eentonig; geestdodend; monotoon; saai; slaapverwekkend; stom; suf; vervelend afgezaagd; eentonig; ellendig; langdraadig; langwijlig; lastig; lijzig; log; loom; melig; monotoon; muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; rot; saai; saaie; sfeerloos; slaapverwekkend; verschaald; vervelend; zonder sfeer
tyst dom; onverstandig; stom; suf kalmpjes; rustig; rustig aan; stilletjes aan
unken duf; suf muf; onfris
unket duf; suf muf; onfris
yrvaken daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; versuft
yrvaket daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; versuft

Verwandte Wörter für "suf":

  • sufheid

Wiktionary Übersetzungen für suf:


Cross Translation:
FromToVia
suf dum dumm — sich taumelig, schwindlig fühlend
suf dum; enfaldig dämlich — (umgangssprachlich) abwertend: ausgesprochen dumm

Computerübersetzung von Drittern: