Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. stompen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für stompt (Niederländisch) ins Schwedisch

stompen:

stompen Verb (stomp, stompt, stompte, stompten, gestompt)

  1. stompen (rammen; hengsten)
    banka; hamra; dunka; bulta; klampa; klappra
    • banka Verb (bankar, bankade, bankat)
    • hamra Verb (hamrar, hamrade, hamrat)
    • dunka Verb (dunkar, dunkade, dunkat)
    • bulta Verb (bultar, bultade, bultat)
    • klampa Verb (klampar, klampade, klampat)
    • klappra Verb (klapprar, klapprade, klapprat)

Konjugationen für stompen:

o.t.t.
  1. stomp
  2. stompt
  3. stompt
  4. stompen
  5. stompen
  6. stompen
o.v.t.
  1. stompte
  2. stompte
  3. stompte
  4. stompten
  5. stompten
  6. stompten
v.t.t.
  1. heb gestompt
  2. hebt gestompt
  3. heeft gestompt
  4. hebben gestompt
  5. hebben gestompt
  6. hebben gestompt
v.v.t.
  1. had gestompt
  2. had gestompt
  3. had gestompt
  4. hadden gestompt
  5. hadden gestompt
  6. hadden gestompt
o.t.t.t.
  1. zal stompen
  2. zult stompen
  3. zal stompen
  4. zullen stompen
  5. zullen stompen
  6. zullen stompen
o.v.t.t.
  1. zou stompen
  2. zou stompen
  3. zou stompen
  4. zouden stompen
  5. zouden stompen
  6. zouden stompen
en verder
  1. ben gestompt
  2. bent gestompt
  3. is gestompt
  4. zijn gestompt
  5. zijn gestompt
  6. zijn gestompt
diversen
  1. stomp!
  2. stompt!
  3. gestompt
  4. stompend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

stompen [de ~] Nomen, Plural

  1. de stompen (beenstompen; armstompen)

stompen [het ~] Nomen

  1. het stompen (stoten; duwen)

Übersetzung Matrix für stompen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bankande duwen; stompen; stoten bonzen; dreunen
benstumpar armstompen; beenstompen; stompen
bultande duwen; stompen; stoten
stötande duwen; stompen; stoten gestommel; gestoot
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
banka hengsten; rammen; stompen op bankrekening zetten; sparen
bulta hengsten; rammen; stompen beuken; fijnwrijven; hameren; kloppen; kloppen met een hamer; lillen; rammen; trillen
dunka hengsten; rammen; stompen beuken; fijnwrijven; klakken; kleppen; rammen
hamra hengsten; rammen; stompen fijnwrijven; hameren; hard slaan; hengsten; kloppen met een hamer; meppen; slaan; timmeren
klampa hengsten; rammen; stompen klossen; lopen met geluid; zwaar stappen
klappra hengsten; rammen; stompen klossen; lopen met geluid; stommelen
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
stötande aanstootgevend; aanstotelijk

Verwandte Wörter für "stompen":