Niederländisch

Detailübersetzungen für sterk (Niederländisch) ins Schwedisch

sterk:

sterk Adjektiv

  1. sterk (fysiek sterk; krachtig; stevig; flink; ferm)
    häftig; stark; häftigt; starkt; kraftigt
  2. sterk (stevig gebouwd; solide; stevig; )
  3. sterk (doortastend; krachtdadig; drastisch; ferm; krachtig)
    energisk; kraftigt; energiskt

Übersetzung Matrix für sterk:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- stevig
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
energisk doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig; sterk
energiskt doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig; sterk actief; beweeglijk; doortastend; drastisch; dynamisch; energiek; ferm; geanimeerd; krachtdadig; krachtig; levendig; vief; vol energie; vol fut
häftig ferm; flink; fysiek sterk; krachtig; sterk; stevig fel; felle; gaaf; heftig; hevig; mieters; onmatig; pittig; schitterend; straf; tof; verwoed
häftigt ferm; flink; fysiek sterk; krachtig; sterk; stevig erg; fel; felle; gaaf; heftig; hevig; intens; krachtig; mieters; onmatig; pittig; schitterend; straf; tof; verwoed
kraftigt doortastend; drastisch; ferm; flink; fysiek sterk; krachtdadig; krachtig; sterk; stevig corpulent; dik; doortastend; drastisch; erg; fel; ferm; fors; forse; gezet; grof; grofgebouwd; heftig; hevig; intens; klemmend; krachtdadig; krachtig; levenskrachtig; lijvig; lomp; massief; met een krachtige uitwerking; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; niet hol; omvangrijk; potig; robuust; ruw; struis; uitdrukkelijk; vitaal; volumineus; zwaar; zwaargebouwd; zwaarlijvig
muskulös ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd gespierd
muskulöst ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd gespierd
stark ferm; flink; fysiek sterk; krachtig; sterk; stevig flink; fors; geconcentreerd; hel; potig; stevig; van sterk gehalte
starkt ferm; flink; fysiek sterk; krachtig; sterk; stevig alcoholisch; flink; fors; geestrijk; hel; potig; rijk aan alcohol; stevig
välbyggt ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd goedgebouwd; goedgevormd; welgebouwd; welgeschapen; welgevormd

Verwandte Wörter für "sterk":

  • sterker, sterkere, sterkst, sterkste, sterke

Synonyms for "sterk":


Antonyme für "sterk":


Verwandte Definitionen für "sterk":

  1. wat je bijna niet kunt geloven1
    • hij vertelde een sterk verhaal1
  2. met veel kracht1
    • mijn grote broer is reuze sterk1
  3. wat veel kan verdragen1
    • dat is een sterke pen1

Wiktionary Übersetzungen für sterk:


Cross Translation:
FromToVia
sterk stark hard — of drink: strong
sterk skarp sharp — having an intense, acrid flavour
sterk kraftfull; stark strong — capable of producing great physical force
sterk hållfast; stadig; stark strong — capable of withstanding great physical force
sterk energisk; stark strong — determined, unyielding
sterk mustig; stark strong — highly stimulating to the senses
sterk frän; stark; skarp strong — having an offensive or intense odor or flavor
sterk stark strong — having a high concentration of an essential or active ingredient
sterk stark strong — having a high alcoholic content
sterk oregelbunden; stark strong — grammar: irregular
sterk stark strong — military: not easily subdued or taken
sterk kraftfull vigorous — Physically strong and active
sterk mäktig; kraftfull; kraftig; stark puissant — Qui a beaucoup de pouvoir.

sterk form of sterken:

sterken Verb (sterk, sterkt, sterkte, sterkten, gesterkt)

  1. sterken (versterken; sterker worden)
    förstärkas; stärkas; intensifieras; bli starkare
    • förstärkas Verb (förstärkas, förstärktes, förstärkats)
    • stärkas Verb (stärkas, stärktes, stärkts)
    • intensifieras Verb (intensifierar, intensifierade, intensifierat)
    • bli starkare Verb (blir starkare, blev starkare, blivit starkare)
  2. sterken (zijn heil zoeken in; troosten; laven)
    söka skydd i
    • söka skydd i Verb (söker skydd i, sökte skydd i, sökt skydd i)

Konjugationen für sterken:

o.t.t.
  1. sterk
  2. sterkt
  3. sterkt
  4. sterken
  5. sterken
  6. sterken
o.v.t.
  1. sterkte
  2. sterkte
  3. sterkte
  4. sterkten
  5. sterkten
  6. sterkten
v.t.t.
  1. ben gesterkt
  2. bent gesterkt
  3. is gesterkt
  4. zijn gesterkt
  5. zijn gesterkt
  6. zijn gesterkt
v.v.t.
  1. was gesterkt
  2. was gesterkt
  3. was gesterkt
  4. waren gesterkt
  5. waren gesterkt
  6. waren gesterkt
o.t.t.t.
  1. zal sterken
  2. zult sterken
  3. zal sterken
  4. zullen sterken
  5. zullen sterken
  6. zullen sterken
o.v.t.t.
  1. zou sterken
  2. zou sterken
  3. zou sterken
  4. zouden sterken
  5. zouden sterken
  6. zouden sterken
diversen
  1. sterk!
  2. sterkt!
  3. gesterkt
  4. sterkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für sterken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bli starkare sterken; sterker worden; versterken aansterken
förstärkas sterken; sterker worden; versterken
intensifieras sterken; sterker worden; versterken
stärkas sterken; sterker worden; versterken
söka skydd i laven; sterken; troosten; zijn heil zoeken in

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für sterk