Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. staand:
  2. staan:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für staand (Niederländisch) ins Schwedisch

staand:

staand Adjektiv

  1. staand (overeind; rechtop)
    stående; ståendet

Übersetzung Matrix für staand:

Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
stående orientering staand; staande richting
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
stående overeind; rechtop; staand stilstaand
ståendet overeind; rechtop; staand stilstaand

staand form of staan:

staan Verb (sta, staat, stond, stonden, gestaan)

  1. staan
    passa; framhäva
    • passa Verb (passar, passade, passat)
    • framhäva Verb (framhäver, framhävde, framhävt)

Konjugationen für staan:

o.t.t.
  1. sta
  2. staat
  3. staat
  4. staan
  5. staan
  6. staan
o.v.t.
  1. stond
  2. stond
  3. stond
  4. stonden
  5. stonden
  6. stonden
v.t.t.
  1. heb gestaan
  2. hebt gestaan
  3. heeft gestaan
  4. hebben gestaan
  5. hebben gestaan
  6. hebben gestaan
v.v.t.
  1. had gestaan
  2. had gestaan
  3. had gestaan
  4. hadden gestaan
  5. hadden gestaan
  6. hadden gestaan
o.t.t.t.
  1. zal staan
  2. zult staan
  3. zal staan
  4. zullen staan
  5. zullen staan
  6. zullen staan
o.v.t.t.
  1. zou staan
  2. zou staan
  3. zou staan
  4. zouden staan
  5. zouden staan
  6. zouden staan
en verder
  1. ben gestaan
  2. bent gestaan
  3. is gestaan
  4. zijn gestaan
  5. zijn gestaan
  6. zijn gestaan
diversen
  1. sta!
  2. stat!
  3. gestaan
  4. staand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für staan:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
framhäva staan accentueren; afdwingen; beklemtonen; benadrukken; betonen; dwingen; forceren
passa staan aangenaam aandoen; bevallen; bijpassen; conveniëren; deugen; gelegen komen; geschikt zijn; kloppen met; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; passen; passend zijn; plezieren; schikken; stroken; stroken met; uitkomen

Antonyme für "staan":


Verwandte Definitionen für "staan":

  1. bij hem passen1
    • dat pak staat hem goed1
  2. in een bepaalde toestand zijn1
    • dat gebouw staat leeg1
  3. op voeten of poten overeind zijn1
    • aan het eind van het concert ging het publiek staan1
  4. opgeschreven of gedrukt1
    • in de krant staat dat de minister gaat bezuinigen1
  5. zich bevinden1
    • het eten staat op tafel1

Wiktionary Übersetzungen für staan:


Cross Translation:
FromToVia
staan vara; finnas; sitta; stå; ligga be — occupy a place
staan stå say — to indicate in a written form
staan finnas there be — to exist
staan kläda habiller — Mettre des habits à quelqu’un…
staan tacka ja till revêtirpourvoir de vêtements quelqu’un qui en a besoin.

Verwandte Übersetzungen für staand