Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Schwedisch ->übersetze spoel

übersetze spoel von Niederländische ins Schwedisch

Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. spoel:
  2. spoelen:
  3. Wiktionary:

Niederländisch

Detailübersetzungen für spoel (Niederländisch) ins Schwedisch

spoel:

spoel [de ~] Nomen

  1. de spoel (werktuig om garen te winden; haspel; winding; winder; klos)
    spol
  2. de spoel
    rulle
  3. de spoel (schietspoel; schieter)
    skottspole
  4. de spoel (filmspoel)
    film; filmrulle
  5. de spoel (band van bandrecorder)
    rullar; spolar
  6. de spoel (klos waarop garen gewonden wordt)
    garnrulle

Übersetzung Matrix für spoel:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
film filmspoel; spoel film; filmrolletje; rolletje; rolprent; speelfilm
filmrulle filmspoel; spoel film; filmrolletje
garnrulle klos waarop garen gewonden wordt; spoel snoerspoel
rullar band van bandrecorder; spoel
rulle spoel tonneau
skottspole schieter; schietspoel; spoel weefspoelen
spol haspel; klos; spoel; werktuig om garen te winden; winder; winding
spolar band van bandrecorder; spoel

Verwandte Wörter für "spoel":


Wiktionary Übersetzungen für spoel:

spoel
noun
  1. een element van zelfinductie
Cross Translation:
FromToVia
• spoel → spole ↔ bobbin — spool around which wire is coiled

spoel form of spoelen:

spoelen Verb (spoel, spoelt, spoelde, spoelden, gespoeld)

  1. spoelen
    skölja; spola av
    • skölja Verb (sköljer, sköljde, sköljt)
    • spola av Verb (spolar av, spolade av, spolat av)
  2. spoelen (wegspoelen; doorspoelen; doortrekken)
    spola ut
    • spola ut Verb (spolar ut, spolade ut, spolat ut)

Konjugationen für spoelen:

o.t.t.
  1. spoel
  2. spoelt
  3. spoelt
  4. spoelen
  5. spoelen
  6. spoelen
o.v.t.
  1. spoelde
  2. spoelde
  3. spoelde
  4. spoelden
  5. spoelden
  6. spoelden
v.t.t.
  1. heb gespoeld
  2. hebt gespoeld
  3. heeft gespoeld
  4. hebben gespoeld
  5. hebben gespoeld
  6. hebben gespoeld
v.v.t.
  1. had gespoeld
  2. had gespoeld
  3. had gespoeld
  4. hadden gespoeld
  5. hadden gespoeld
  6. hadden gespoeld
o.t.t.t.
  1. zal spoelen
  2. zult spoelen
  3. zal spoelen
  4. zullen spoelen
  5. zullen spoelen
  6. zullen spoelen
o.v.t.t.
  1. zou spoelen
  2. zou spoelen
  3. zou spoelen
  4. zouden spoelen
  5. zouden spoelen
  6. zouden spoelen
en verder
  1. ben gespoeld
  2. bent gespoeld
  3. is gespoeld
  4. zijn gespoeld
  5. zijn gespoeld
  6. zijn gespoeld
diversen
  1. spoel!
  2. spoelt!
  5. gespoeld
  6. spoelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für spoelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
skölja spoelen afspoelen
spola av spoelen omspoelen
spola ut doorspoelen; doortrekken; spoelen; wegspoelen

Verwandte Wörter für "spoelen":


Wiktionary Übersetzungen für spoelen:

Cross Translation:
FromToVia
• spoelen → spola ↔ flush — to cleanse by flooding with generous quantities of a fluid

Computerübersetzung von Drittern:






Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0770 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden