Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. spinzen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für spinzen (Niederländisch) ins Schwedisch

spinzen:

spinzen Verb

  1. spinzen (van hoop vervuld zijn; hopen; verlangen)
    hoppas; tråna; tråna efter
    • hoppas Verb (hoppar, hoppade, hoppat)
    • tråna Verb (trånar, trånade, trånat)
    • tråna efter Verb (trånar efter, trånade efter, trånat efter)

Übersetzung Matrix für spinzen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hoppas hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen hopen; op hopen zetten
tråna hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken; verkwijnen; wegkwijnen
tråna efter hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen