Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. spijzigen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für spijzigen (Niederländisch) ins Schwedisch

spijzigen:

spijzigen Verb (spijzig, spijzigt, spijzigde, spijzigden, gespijzigd)

  1. spijzigen (te eten geven; voeden; voeren; voederen; eten geven)
    mata; nära; föda; fodra; bespisa
    • mata Verb (matar, matade, matat)
    • nära Verb (närar, närade, närat)
    • föda Verb (föder, födde, fött)
    • fodra Verb (fodrar, fodrade, fodrat)
    • bespisa Verb (bespisar, bespisade, bespisat)

Konjugationen für spijzigen:

o.t.t.
  1. spijzig
  2. spijzigt
  3. spijzigt
  4. spijzigen
  5. spijzigen
  6. spijzigen
o.v.t.
  1. spijzigde
  2. spijzigde
  3. spijzigde
  4. spijzigden
  5. spijzigden
  6. spijzigden
v.t.t.
  1. heb gespijzigd
  2. hebt gespijzigd
  3. heeft gespijzigd
  4. hebben gespijzigd
  5. hebben gespijzigd
  6. hebben gespijzigd
v.v.t.
  1. had gespijzigd
  2. had gespijzigd
  3. had gespijzigd
  4. hadden gespijzigd
  5. hadden gespijzigd
  6. hadden gespijzigd
o.t.t.t.
  1. zal spijzigen
  2. zult spijzigen
  3. zal spijzigen
  4. zullen spijzigen
  5. zullen spijzigen
  6. zullen spijzigen
o.v.t.t.
  1. zou spijzigen
  2. zou spijzigen
  3. zou spijzigen
  4. zouden spijzigen
  5. zouden spijzigen
  6. zouden spijzigen
en verder
  1. ben gespijzigd
  2. bent gespijzigd
  3. is gespijzigd
  4. zijn gespijzigd
  5. zijn gespijzigd
  6. zijn gespijzigd
diversen
  1. spijzig!
  2. spijzigt!
  3. gespijzigd
  4. spijzigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für spijzigen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fodra opvorderen; vordering
föda eten; kost; spijziging; voedering; voeding; voedsel; voering
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bespisa eten geven; spijzigen; te eten geven; voeden; voederen; voeren
fodra eten geven; spijzigen; te eten geven; voeden; voederen; voeren terugeisen; terugvorderen
föda eten geven; spijzigen; te eten geven; voeden; voederen; voeren grootbrengen; opvoeden; ter wereld brengen; voeden; voedsel geven; vormen
mata eten geven; spijzigen; te eten geven; voeden; voederen; voeren
nära eten geven; spijzigen; te eten geven; voeden; voederen; voeren laven; lenigen; lessen; tegoed doen; voeden; voedsel geven
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
nära bijkans; rakelings; ternauwernood