Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. spelden:


Niederländisch

Detailübersetzungen für speldde (Niederländisch) ins Schwedisch

speldde form of spelden:

spelden [de ~] Nomen, Plural

  1. de spelden

spelden Verb (speld, speldt, speldde, speldden, gespeld)

  1. spelden (pinnen)
    fastnåla
    • fastnåla Verb (fastnålar, fastnålade, fastnålat)

Konjugationen für spelden:

o.t.t.
  1. speld
  2. speldt
  3. speldt
  4. spelden
  5. spelden
  6. spelden
o.v.t.
  1. speldde
  2. speldde
  3. speldde
  4. speldden
  5. speldden
  6. speldden
v.t.t.
  1. heb gespeld
  2. hebt gespeld
  3. heeft gespeld
  4. hebben gespeld
  5. hebben gespeld
  6. hebben gespeld
v.v.t.
  1. had gespeld
  2. had gespeld
  3. had gespeld
  4. hadden gespeld
  5. hadden gespeld
  6. hadden gespeld
o.t.t.t.
  1. zal spelden
  2. zult spelden
  3. zal spelden
  4. zullen spelden
  5. zullen spelden
  6. zullen spelden
o.v.t.t.
  1. zou spelden
  2. zou spelden
  3. zou spelden
  4. zouden spelden
  5. zouden spelden
  6. zouden spelden
en verder
  1. ben gespeld
  2. bent gespeld
  3. is gespeld
  4. zijn gespeld
  5. zijn gespeld
  6. zijn gespeld
diversen
  1. speld!
  2. speldt!
  3. gespeld
  4. speldend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für spelden:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
broscher spelden
knappnålar spelden
nålar spelden
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fastnåla pinnen; spelden

Computerübersetzung von Drittern: