Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für snuiven (Niederländisch) ins Schwedisch
snuiven:
-
snuiven (opsnuiven; een snuif nemen; insnuiven)
-
snuiven (neus ophalen)
Konjugationen für snuiven:
o.t.t.
- snuif
- snuift
- snuift
- snuiven
- snuiven
- snuiven
o.v.t.
- snoof
- snoof
- snoof
- snoven
- snoven
- snoven
v.t.t.
- heb gesnoven
- hebt gesnoven
- heeft gesnoven
- hebben gesnoven
- hebben gesnoven
- hebben gesnoven
v.v.t.
- had gesnoven
- had gesnoven
- had gesnoven
- hadden gesnoven
- hadden gesnoven
- hadden gesnoven
o.t.t.t.
- zal snuiven
- zult snuiven
- zal snuiven
- zullen snuiven
- zullen snuiven
- zullen snuiven
o.v.t.t.
- zou snuiven
- zou snuiven
- zou snuiven
- zouden snuiven
- zouden snuiven
- zouden snuiven
en verder
- ben gesnoven
- bent gesnoven
- is gesnoven
- zijn gesnoven
- zijn gesnoven
- zijn gesnoven
diversen
- snuif!
- snuift!
- gesnoven
- snuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für snuiven:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
andas in | een snuif nemen; insnuiven; opsnuiven; snuiven | ademen; ademhalen; inademen; inhalen; naar binnen halen |
sniffa in | een snuif nemen; insnuiven; opsnuiven; snuiven | |
snora | neus ophalen; snuiven | |
snorta | een snuif nemen; insnuiven; opsnuiven; snuiven | |
snörvla | neus ophalen; snuiven | besniffelen; besnuffelen; sniffelen; sniffen; snotteren; snuffen |
Verwandte Wörter für "snuiven":
snuiven form of snuif:
Übersetzung Matrix für snuif:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
snus | snuif | snuifje; snuiftabak |