Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. snipperdag:


Niederländisch

Detailübersetzungen für snipperdag (Niederländisch) ins Schwedisch

snipperdag:

snipperdag [de ~ (m)] Nomen

  1. de snipperdag (verloftijd; vakantie; verlof; verlofjaar)
    skolledighet; skollov; lov; studiedag; ledig dag

Übersetzung Matrix für snipperdag:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ledig dag snipperdag; vakantie; verlof; verlofjaar; verloftijd uitgaansdag; verlofdag
lov snipperdag; vakantie; verlof; verlofjaar; verloftijd akkoord; feestdagen; fiat; goedkeuring; goedvinden; licentie; permissie; toestemming; vergunning
skolledighet snipperdag; vakantie; verlof; verlofjaar; verloftijd
skollov snipperdag; vakantie; verlof; verlofjaar; verloftijd
studiedag snipperdag; vakantie; verlof; verlofjaar; verloftijd

Verwandte Wörter für "snipperdag":

  • snipperdagen