Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. snappen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für snapte (Niederländisch) ins Schwedisch

snappen:

snappen Verb (snap, snapt, snapte, snapten, gesnapt)

  1. snappen (betrappen)
    fånga; ertappa
    • fånga Verb (fångar, fångade, fångat)
    • ertappa Verb (ertappar, ertappade, ertappat)
  2. snappen (met het verstand vatten; begrijpen; inzien)
    förstå; inse; begripa; greppa; fatta
    • förstå Verb (förstår, förstod, förstått)
    • inse Verb (inser, insåg, insett)
    • begripa Verb (begriper, begripte, begript)
    • greppa Verb (grepper, greppte, greppt)
    • fatta Verb (fattar, fattade, fattat)
  3. snappen (op heterdaad betrappen)
    ertappa; ta någon på bar gärning
    • ertappa Verb (ertappar, ertappade, ertappat)
    • ta någon på bar gärning Verb (tar någon på bar gärning, tog någon på bar gärning, tagit någon på bar gärning)

Konjugationen für snappen:

o.t.t.
  1. snap
  2. snapt
  3. snapt
  4. snappen
  5. snappen
  6. snappen
o.v.t.
  1. snapte
  2. snapte
  3. snapte
  4. snapten
  5. snapten
  6. snapten
v.t.t.
  1. ben gesnapt
  2. bent gesnapt
  3. is gesnapt
  4. zijn gesnapt
  5. zijn gesnapt
  6. zijn gesnapt
v.v.t.
  1. was gesnapt
  2. was gesnapt
  3. was gesnapt
  4. waren gesnapt
  5. waren gesnapt
  6. waren gesnapt
o.t.t.t.
  1. zal snappen
  2. zult snappen
  3. zal snappen
  4. zullen snappen
  5. zullen snappen
  6. zullen snappen
o.v.t.t.
  1. zou snappen
  2. zou snappen
  3. zou snappen
  4. zouden snappen
  5. zouden snappen
  6. zouden snappen
diversen
  1. snap!
  2. snapt!
  3. gesnapt
  4. snappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

snappen [het ~] Nomen

  1. het snappen (begrijpen; vatten)

Übersetzung Matrix für snappen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
förstående begrijpen; snappen; vatten begrijpen; inzicht
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
begripa begrijpen; inzien; met het verstand vatten; snappen
ertappa betrappen; op heterdaad betrappen; snappen
fatta begrijpen; inzien; met het verstand vatten; snappen beseffen; buitmaken; doorzien; iets bemachtigen; inzien; onderkennen; onverlangd krijgen; opdoen; oplopen; realiseren; te pakken krijgen; vangen; verkrijgen
fånga betrappen; snappen aanhouden; aanklampen; arresteren; beetgrijpen; beetpakken; buitmaken; gevangennemen; grijpen; heroveren; inpakken; inpalmen; inrekenen; klauwen; naar zich toe trekken; oppakken; opvangen; pakken; vangen; vastklampen; vastpakken; vatten; verstrikken; wat neervalt opvangen
förstå begrijpen; inzien; met het verstand vatten; snappen bemerken; bespeuren; doorzien hebben; gewaarworden; inzien; merken; ontwaren; tolken; verstaan; voelen; waarnemen; zien
greppa begrijpen; inzien; met het verstand vatten; snappen aanklampen; beetgrijpen; beetpakken; grijpen; vastklampen; vastpakken
inse begrijpen; inzien; met het verstand vatten; snappen beseffen; doorzien; inkijken; inzien; kapitaliseren; onderkennen; realiseren
ta någon på bar gärning op heterdaad betrappen; snappen
- begrijpen; vatten; verstaan
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
förstående begrepen; erkend; gerenommeerd; vol begrip

Verwandte Wörter für "snappen":

  • snap

Synonyms for "snappen":


Verwandte Definitionen für "snappen":

  1. het kunnen volgen met je verstand1
    • ik snap niet wat je zegt1

Wiktionary Übersetzungen für snappen:


Cross Translation:
FromToVia
snappen greppa; förstå apprehend — to understand; to recognize
snappen uppfatta; fatta catch — to perceive and understand (jump)
snappen begripa; fatta grasp — to understand
snappen begripa; förstå; tyda; få ut något av make sense — decipher, understand
snappen missa miss — to fail to understand
snappen förstå understand — to be aware of the meaning of