Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. smoezen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für smoesen (Niederländisch) ins Schwedisch

smoesen form of smoezen:

smoezen [de ~] Nomen, Plural

  1. de smoezen (voorwendsels; uitvluchten)

smoezen Verb (smoes, smoest, smoesde, smoesden, gesmoesd)

  1. smoezen (smiespelen; fluisteren)
    viska
    • viska Verb (viskar, viskade, viskat)

Konjugationen für smoezen:

o.t.t.
  1. smoes
  2. smoest
  3. smoest
  4. smoesen
  5. smoesen
  6. smoesen
o.v.t.
  1. smoesde
  2. smoesde
  3. smoesde
  4. smoesden
  5. smoesden
  6. smoesden
v.t.t.
  1. heb gesmoesd
  2. hebt gesmoesd
  3. heeft gesmoesd
  4. hebben gesmoesd
  5. hebben gesmoesd
  6. hebben gesmoesd
v.v.t.
  1. had gesmoesd
  2. had gesmoesd
  3. had gesmoesd
  4. hadden gesmoesd
  5. hadden gesmoesd
  6. hadden gesmoesd
o.t.t.t.
  1. zal smoezen
  2. zult smoezen
  3. zal smoezen
  4. zullen smoezen
  5. zullen smoezen
  6. zullen smoezen
o.v.t.t.
  1. zou smoezen
  2. zou smoezen
  3. zou smoezen
  4. zouden smoezen
  5. zouden smoezen
  6. zouden smoezen
en verder
  1. ben gesmoesd
  2. bent gesmoesd
  3. is gesmoesd
  4. zijn gesmoesd
  5. zijn gesmoesd
  6. zijn gesmoesd
diversen
  1. smoes!
  2. smoest!
  3. gesmoesd
  4. smoesend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für smoezen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ursäkter smoezen; uitvluchten; voorwendsels
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
viska fluisteren; smiespelen; smoezen influisteren; ingeven; souffleren

Verwandte Wörter für "smoezen":


Wiktionary Übersetzungen für smoezen:


Cross Translation:
FromToVia
smoezen tissla; viska chuchoterparler bas et mystérieusement, en remuant à peine les lèvres.

Computerübersetzung von Drittern: