Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. slagen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für slagend (Niederländisch) ins Schwedisch

slagen:

slagen [het ~] Nomen

  1. het slagen (lukken; gelukken)

slagen Verb (slaag, slaagt, slaagde, slaagden, geslaagd)

  1. slagen (succes hebben)
    vara framgångsrik

Konjugationen für slagen:

o.t.t.
  1. slaag
  2. slaagt
  3. slaagt
  4. slagen
  5. slagen
  6. slagen
o.v.t.
  1. slaagde
  2. slaagde
  3. slaagde
  4. slaagden
  5. slaagden
  6. slaagden
v.t.t.
  1. ben geslaagd
  2. bent geslaagd
  3. is geslaagd
  4. zijn geslaagd
  5. zijn geslaagd
  6. zijn geslaagd
v.v.t.
  1. was geslaagd
  2. was geslaagd
  3. was geslaagd
  4. waren geslaagd
  5. waren geslaagd
  6. waren geslaagd
o.t.t.t.
  1. zal slagen
  2. zult slagen
  3. zal slagen
  4. zullen slagen
  5. zullen slagen
  6. zullen slagen
o.v.t.t.
  1. zou slagen
  2. zou slagen
  3. zou slagen
  4. zouden slagen
  5. zouden slagen
  6. zouden slagen
diversen
  1. slaag!
  2. slaagt!
  3. geslaagd
  4. slagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für slagen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
lyckande gelukken; lukken; slagen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
vara framgångsrik slagen; succes hebben

Verwandte Wörter für "slagen":


Antonyme für "slagen":


Verwandte Definitionen für "slagen":

  1. goed lukken1
    • ik hoop maar dat het feest slaagt1
  2. het examen halen1
    • hij is geslaagd voor de havo1
  3. het met succes doen1
    • zij slaagde erin directeur te worden1

Wiktionary Übersetzungen für slagen:


Cross Translation:
FromToVia
slagen lyckas gelingen — etwas erfolgreich zu Ende bringen
slagen orka schaffen — etwas zu Ende bringen, bestehen, eine Aufgabe bewältigen
slagen ; uppnå parvenir — Arriver à un point donné à la suite d’un déplacement. (Sens général)
slagen lyckas; utfalla; framgång; utföra réussir — Avoir une bonne ou une mauvaise issue.

Computerübersetzung von Drittern: