Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. shampooën:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für shampooën (Niederländisch) ins Schwedisch

shampooën:

shampooën Verb (schampoo, schampoot, schampoode, schampooden, geshampood)

  1. shampooën (met shampoo wassen; shamponeren)
    shamponera; tvätta håret
    • shamponera Verb (shamponerar, shamponerade, shamponerat)
    • tvätta håret Verb (tvättar håret, tvättade håret, tvättat håret)

Konjugationen für shampooën:

o.t.t.
  1. schampoo
  2. schampoot
  3. schampoot
  4. schampooen
  5. schampooen
  6. schampooen
o.v.t.
  1. schampoode
  2. schampoode
  3. schampoode
  4. schampooden
  5. schampooden
  6. schampooden
v.t.t.
  1. heb geshampood
  2. hebt geshampood
  3. heeft geshampood
  4. hebben geshampood
  5. hebben geshampood
  6. hebben geshampood
v.v.t.
  1. had geshampood
  2. had geshampood
  3. had geshampood
  4. hadden geshampood
  5. hadden geshampood
  6. hadden geshampood
o.t.t.t.
  1. zal shampooën
  2. zult shampooën
  3. zal shampooën
  4. zullen shampooën
  5. zullen shampooën
  6. zullen shampooën
o.v.t.t.
  1. zou shampooën
  2. zou shampooën
  3. zou shampooën
  4. zouden shampooën
  5. zouden shampooën
  6. zouden shampooën
en verder
  1. ben geshampood
  2. bent geshampood
  3. is geshampood
  4. zijn geshampood
  5. zijn geshampood
  6. zijn geshampood
diversen
  1. schampoo!
  2. schampoot!
  3. geshampood
  4. shampoend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für shampooën:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
shamponera met shampoo wassen; shamponeren; shampooën
tvätta håret met shampoo wassen; shamponeren; shampooën

Wiktionary Übersetzungen für shampooën:


Cross Translation:
FromToVia
shampooën schamponera shampoo — to wash hair with shampoo