Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. ruziezoekers:
  2. ruziezoeker:


Niederländisch

Detailübersetzungen für ruziezoekers (Niederländisch) ins Schwedisch

ruziezoekers:


ruziezoeker:

ruziezoeker [de ~ (m)] Nomen

  1. de ruziezoeker (vechtjas; ijzervreter; vechtersbaas; )
    buse; ligist; huligan
  2. de ruziezoeker (ruziemaker; vechter; haantje; )
    bråkmakare
  3. de ruziezoeker (herrieschopper; querulant; ruzieschopper)

Übersetzung Matrix für ruziezoeker:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bråkmakare haantje; herrieschopper; kemphaan; querulant; ruziemaker; ruzieschopper; ruziezoeker; twiststoker; twistzoeker; vechter druktemaker; herrieschopper; intrigant; kabaalmaker; lawaaimaker; levenmaker; nozem; onruststoker; rouwdouwer; ruw iemand; stoker; tweedrachtzaaier; zenuwlijder
buse ijzervreter; kemphaan; knokker; messentrekker; ruziezoeker; vechtersbaas; vechtjas bullebak; bullebijter; woesteling
grälmakare herrieschopper; querulant; ruzieschopper; ruziezoeker
huligan ijzervreter; kemphaan; knokker; messentrekker; ruziezoeker; vechtersbaas; vechtjas herrieschoppers; herriezoekers; kemphanen; ruziemakers; ruziezoekers; straatschender; twistzoekers
ligist ijzervreter; kemphaan; knokker; messentrekker; ruziezoeker; vechtersbaas; vechtjas bullebak; bullebijter; herrieschoppers; herriezoekers; houwdegen; ijzervreter; kemphanen; ruziemakers; ruziezoekers; straatschender; twistzoekers; vechtersbaas; vechtjas

Verwandte Wörter für "ruziezoeker":