Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. rumoerig:


Niederländisch

Detailübersetzungen für rumoerig (Niederländisch) ins Schwedisch

rumoerig:

rumoerig Adjektiv

  1. rumoerig (luidruchtig; luid; lawaaierig)
    högljudd; ljudligt; högljutt; skrikig; skrikigt

Übersetzung Matrix für rumoerig:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
högljudd lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig joelend; krijserig; schreeuwend; schreeuwerig
högljutt lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig joelend; luid; luidkeels; schreeuwend; uit volle borst
ljudligt lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig joelend; schreeuwend
skrikig lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig felgekleurd; joelend; schreeuwend
skrikigt lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig felgekleurd; joelend; opzichtig; protserig; schreeuwend; schreeuwerig

Verwandte Wörter für "rumoerig":

  • rumoerigheid, rumoeriger, rumoerigere, rumoerigst, rumoerigste, rumoerige