Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. ruilen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für ruilden (Niederländisch) ins Schwedisch

ruilen:

ruilen Verb (ruil, ruilt, ruilde, ruilden, geruild)

  1. ruilen (omruilen; wisselen; omwisselen; verwisselen)
    växla; flytta; byta
    • växla Verb (växlar, växlade, växlat)
    • flytta Verb (flyttar, flyttade, flyttat)
    • byta Verb (bytar, bytade, bytat)
  2. ruilen (inwisselen; omwisselen; wisselen; )
    byta; växla; utbyta; utväxla
    • byta Verb (bytar, bytade, bytat)
    • växla Verb (växlar, växlade, växlat)
    • utbyta Verb (utbyter, utbytte, utbytt)
    • utväxla Verb (utväxlar, utväxlade, utväxlat)
  3. ruilen (uitwisselen; verruilen)
    byta; växla
    • byta Verb (bytar, bytade, bytat)
    • växla Verb (växlar, växlade, växlat)
  4. ruilen
    byta
    • byta Verb (bytar, bytade, bytat)

Konjugationen für ruilen:

o.t.t.
  1. ruil
  2. ruilt
  3. ruilt
  4. ruilen
  5. ruilen
  6. ruilen
o.v.t.
  1. ruilde
  2. ruilde
  3. ruilde
  4. ruilden
  5. ruilden
  6. ruilden
v.t.t.
  1. heb geruild
  2. hebt geruild
  3. heeft geruild
  4. hebben geruild
  5. hebben geruild
  6. hebben geruild
v.v.t.
  1. had geruild
  2. had geruild
  3. had geruild
  4. hadden geruild
  5. hadden geruild
  6. hadden geruild
o.t.t.t.
  1. zal ruilen
  2. zult ruilen
  3. zal ruilen
  4. zullen ruilen
  5. zullen ruilen
  6. zullen ruilen
o.v.t.t.
  1. zou ruilen
  2. zou ruilen
  3. zou ruilen
  4. zouden ruilen
  5. zouden ruilen
  6. zouden ruilen
en verder
  1. is geruild
  2. zijn geruild
diversen
  1. ruil!
  2. ruilt!
  3. geruild
  4. ruilend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für ruilen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
byta ruilen kleingeld; wisselgeld
flytta uitnemen
växla ruilen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
byta inwisselen; omruilen; omwisselen; ruilen; uitwisselen; verruilen; verwisselen; wisselen naar een andere versnelling overgaan; omwisselen; schakelen; wisselen
flytta omruilen; omwisselen; ruilen; verwisselen; wisselen bewegen; disloqueren; iets verplaatsen; overplaatsen; roeren; schuivend verplaatsen; standplaats veranderen; verhuizen; verkassen; verleggen; verplaatsen; verrijden; verschikken; verschuiven; vertillen; vervoeren; verzetten; voor zich uitschuiven; zich verplaatsen
utbyta inwisselen; omruilen; omwisselen; ruilen; verruilen; verwisselen; wisselen
utväxla inwisselen; omruilen; omwisselen; ruilen; verruilen; verwisselen; wisselen
växla inwisselen; omruilen; omwisselen; ruilen; uitwisselen; verruilen; verwisselen; wisselen aflossen; inruilen; naar een andere versnelling overgaan; omwisselen; remplaceren; schakelen; vernieuwen; vervangen; verwisselen; wisselen

Verwandte Wörter für "ruilen":


Wiktionary Übersetzungen für ruilen:


Cross Translation:
FromToVia
ruilen idka byteshandel barter — exchange goods or services without involving money
ruilen idka byteshandel troak — exchange goods or services without involving money
ruilen idka byteshandel troquer — Échanger de biens sans contrepartie en argent (1):
ruilen utbyta; bortbyta; utväxla échangerdonner une chose contre une autre.

Computerübersetzung von Drittern: