Niederländisch
Detailübersetzungen für redden (Niederländisch) ins Schwedisch
redden:
Konjugationen für redden:
o.t.t.
- red
- redt
- redt
- redden
- redden
- redden
o.v.t.
- redde
- redde
- redde
- redden
- redden
- redden
v.t.t.
- heb gered
- hebt gered
- heeft gered
- hebben gered
- hebben gered
- hebben gered
v.v.t.
- had gered
- had gered
- had gered
- hadden gered
- hadden gered
- hadden gered
o.t.t.t.
- zal redden
- zult redden
- zal redden
- zullen redden
- zullen redden
- zullen redden
o.v.t.t.
- zou redden
- zou redden
- zou redden
- zouden redden
- zouden redden
- zouden redden
en verder
- ben gered
- bent gered
- is gered
- zijn gered
- zijn gered
- zijn gered
diversen
- red!
- redt!
- gered
- reddend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für redden:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
rädda | redden | bergen; in veiligheid brengen |