Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. pees:
  2. pezen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für pees (Niederländisch) ins Schwedisch

pees:

pees [de ~] Nomen, Plural

  1. de pees (zeen)
    sena

Übersetzung Matrix für pees:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sena pees; zeen zenuw

Verwandte Wörter für "pees":


Wiktionary Übersetzungen für pees:

pees
noun
  1. een uitloper van spierweefsel die de spier aanhecht aan het bot

Cross Translation:
FromToVia
pees senor SehneAnatomie: ein Band aus Bindegewebe zwischen Muskeln und Knochen zur wechselseitigen Übertragung der im Bewegungsablauf auftretenden mechanischen Kräfte
pees sena tendon — tough band of inelastic fibrous tissue that connects a muscle with its bony attachment
pees sena tendon — anatomie|fr partie fibreux, blanchâtre, ronde ou aplatir, qui forme l’extrémité des muscles et qui sert à les attacher aux os ou à d’autres partir.

pees form of pezen:

pezen Verb (pees, peest, peesde, peesden, gepeesd)

  1. pezen (hard rennen; sprinten; hollen; draven)
    springa
    • springa Verb (springer, sprang, sprungit)
  2. pezen (hard werken; half dood werken; afbeulen; )
    jobba natt och dag; arbeta hårt; jobba ihjäl sig
    • jobba natt och dag Verb (jobbar natt och dag, jobbade natt och dag, jobbat natt och dag)
    • arbeta hårt Verb (arbetar hårt, arbetade hårt, arbetat hårt)
    • jobba ihjäl sig Verb (jobbar ihjäl sig, jobbade ihjäl sig, jobbat ihjäl sig)

Konjugationen für pezen:

o.t.t.
  1. pees
  2. peest
  3. peest
  4. pezen
  5. pezen
  6. pezen
o.v.t.
  1. peesde
  2. peesde
  3. peesde
  4. peesden
  5. peesden
  6. peesden
v.t.t.
  1. heb gepeesd
  2. hebt gepeesd
  3. heeft gepeesd
  4. hebben gepeesd
  5. hebben gepeesd
  6. hebben gepeesd
v.v.t.
  1. had gepeesd
  2. had gepeesd
  3. had gepeesd
  4. hadden gepeesd
  5. hadden gepeesd
  6. hadden gepeesd
o.t.t.t.
  1. zal pezen
  2. zult pezen
  3. zal pezen
  4. zullen pezen
  5. zullen pezen
  6. zullen pezen
o.v.t.t.
  1. zou pezen
  2. zou pezen
  3. zou pezen
  4. zouden pezen
  5. zouden pezen
  6. zouden pezen
diversen
  1. pees!
  2. peest!
  3. gepeesd
  4. pezend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für pezen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
springa gleuf; kier; kiertje; kloof; opening; sleuf; spleet; tussenruimte; uitsparing
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
arbeta hårt aanpoten; afbeulen; buffelen; een ongeluk werken; half dood werken; hard werken; kapotwerken; pezen; sloven aanpoten; flink aanpakken; hard werken
jobba ihjäl sig aanpoten; afbeulen; buffelen; een ongeluk werken; half dood werken; hard werken; kapotwerken; pezen; sloven
jobba natt och dag aanpoten; afbeulen; buffelen; een ongeluk werken; half dood werken; hard werken; kapotwerken; pezen; sloven
springa draven; hard rennen; hollen; pezen; sprinten hardlopen; rennen; sjezen; snel gaan

Verwandte Wörter für "pezen":