Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. overwaarderen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für overwaarderen (Niederländisch) ins Schwedisch

overwaarderen:

overwaarderen Verb (overwaardeer, overwaardeert, overwaardeerde, overwaardeerden, overgewaardeerd)

  1. overwaarderen
    övervärderad
    • övervärderad Verb (övervärderar, övervärderade, övervärderat)

Konjugationen für overwaarderen:

o.t.t.
  1. overwaardeer
  2. overwaardeert
  3. overwaardeert
  4. overwaarderen
  5. overwaarderen
  6. overwaarderen
o.v.t.
  1. overwaardeerde
  2. overwaardeerde
  3. overwaardeerde
  4. overwaardeerden
  5. overwaardeerden
  6. overwaardeerden
v.t.t.
  1. ben overgewaardeerd
  2. bent overgewaardeerd
  3. is overgewaardeerd
  4. zijn overgewaardeerd
  5. zijn overgewaardeerd
  6. zijn overgewaardeerd
v.v.t.
  1. was overgewaardeerd
  2. was overgewaardeerd
  3. was overgewaardeerd
  4. waren overgewaardeerd
  5. waren overgewaardeerd
  6. waren overgewaardeerd
o.t.t.t.
  1. zal overwaarderen
  2. zult overwaarderen
  3. zal overwaarderen
  4. zullen overwaarderen
  5. zullen overwaarderen
  6. zullen overwaarderen
o.v.t.t.
  1. zou overwaarderen
  2. zou overwaarderen
  3. zou overwaarderen
  4. zouden overwaarderen
  5. zouden overwaarderen
  6. zouden overwaarderen
en verder
  1. heb overgewaardeerd
  2. hebt overgewaardeerd
  3. heeft overgewaardeerd
  4. hebben overgewaardeerd
  5. hebben overgewaardeerd
  6. hebben overgewaardeerd
diversen
  1. overwaardeer!
  2. overwaardeert!
  3. overgewaardeerd
  4. overwaarderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für overwaarderen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
övervärderad overwaarderen