Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten
- opgezwollen:
- opzwellen:
-
Wiktionary:
- opgezwollen → uppsvullen, svulstig
- opzwellen → svälla
Niederländisch
Detailübersetzungen für opgezwollen (Niederländisch) ins Schwedisch
opgezwollen:
-
opgezwollen (opgezet; opgeblazen; gezwollen)
Übersetzung Matrix für opgezwollen:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
uppsvullen | gezwollen; opgeblazen; opgezet; opgezwollen | |
uppsvullet | gezwollen; opgeblazen; opgezet; opgezwollen |
Wiktionary Übersetzungen für opgezwollen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• opgezwollen | → uppsvullen; svulstig | ↔ turgid — distended beyond natural state |
opzwellen:
-
opzwellen (uitdijen; dik worden)
Konjugationen für opzwellen:
o.t.t.
- zwel op
- zwelt op
- zwelt op
- zwellen op
- zwellen op
- zwellen op
o.v.t.
- zwol op
- zwol op
- zwol op
- zwollen op
- zwollen op
- zwollen op
v.t.t.
- ben opgezwollen
- bent opgezwollen
- is opgezwollen
- zijn opgezwollen
- zijn opgezwollen
- zijn opgezwollen
v.v.t.
- was opgezwollen
- was opgezwollen
- was opgezwollen
- waren opgezwollen
- waren opgezwollen
- waren opgezwollen
o.t.t.t.
- zal opzwellen
- zult opzwellen
- zal opzwellen
- zullen opzwellen
- zullen opzwellen
- zullen opzwellen
o.v.t.t.
- zou opzwellen
- zou opzwellen
- zou opzwellen
- zouden opzwellen
- zouden opzwellen
- zouden opzwellen
diversen
- zwel op!
- zwelt op!
- opgezwollen
- opzwellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für opzwellen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
svälla upp | dik worden; opzwellen; uitdijen; zwellen |