Niederländisch
Detailübersetzungen für opgevoerd worden (Niederländisch) ins Schwedisch
opgevoerd worden:
opgevoerd worden Verb (word opgevoerd, wordt opgevoerd, werd opgevoerd, werden opgevoerd, opgevoerd geworden)
-
opgevoerd worden
Konjugationen für opgevoerd worden:
o.t.t.
- word opgevoerd
- wordt opgevoerd
- wordt opgevoerd
- worden opgevoerd
- worden opgevoerd
- worden opgevoerd
o.v.t.
- werd opgevoerd
- werd opgevoerd
- werd opgevoerd
- werden opgevoerd
- werden opgevoerd
- werden opgevoerd
v.t.t.
- ben opgevoerd geworden
- bent opgevoerd geworden
- is opgevoerd geworden
- zijn opgevoerd geworden
- zijn opgevoerd geworden
- zijn opgevoerd geworden
v.v.t.
- was opgevoerd geworden
- was opgevoerd geworden
- was opgevoerd geworden
- waren opgevoerd geworden
- waren opgevoerd geworden
- waren opgevoerd geworden
o.t.t.t.
- zal opgevoerd worden
- zult opgevoerd worden
- zal opgevoerd worden
- zullen opgevoerd worden
- zullen opgevoerd worden
- zullen opgevoerd worden
o.v.t.t.
- zou opgevoerd worden
- zou opgevoerd worden
- zou opgevoerd worden
- zouden opgevoerd worden
- zouden opgevoerd worden
- zouden opgevoerd worden
diversen
- word opgevoerd!
- wordt opgevoerd!
- opgevoerd geworden
- opgevoerd wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für opgevoerd worden:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
framföra | opgevoerd worden | |
uppträda | opgevoerd worden | acteren; gebeuren; optreden; passeren; performen; plaats hebben; plaatsvinden; spelen; toneelspelen; voordoen; voorvallen |