Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. onzacht:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onzacht (Niederländisch) ins Schwedisch

onzacht:

onzacht Adjektiv

  1. onzacht (bruusk; kortaf; nors)
    abrupt; bryskt
  2. onzacht (hardhandig; hard; ruw)
    hård; hårdhudad; tufft; råbarkat; tuff; hårt; grovt; våldsamt; hårdhudat

Übersetzung Matrix für onzacht:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
tuff tufsteen
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abrupt bruusk; kortaf; nors; onzacht abrupt; bruusk; eensklaps; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk
bryskt bruusk; kortaf; nors; onzacht
grovt hard; hardhandig; onzacht; ruw banaal; globaal; grof; in grote lijnen; laag-bij-de-grond; lomp; niet glad; ongelikt; plat; platvloers; ruige; ruw; schofterig; schunnig; triviaal; vunzig
hård hard; hardhandig; onzacht; ruw bikkelhard; erg; fel; hard; hardvochtig; heftig; hevig; ijzerhard; keihard; krachtig; onbarmhartig; ongenadig; staalhard; steenhard
hårdhudad hard; hardhandig; onzacht; ruw
hårdhudat hard; hardhandig; onzacht; ruw
hårt hard; hardhandig; onzacht; ruw emotieloos; erg; fel; gestreng; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; heftig; hevig; krachtig; liefdeloos; niet toegevend; onbarmhartig; ongenadig; ongevoelig; pittig; straf; streng; zielloos
råbarkat hard; hardhandig; onzacht; ruw
tuff hard; hardhandig; onzacht; ruw flink; gaaf; mieters; schitterend; stoer; tof
tufft hard; hardhandig; onzacht; ruw flink; gaaf; mieters; schitterend; stoer; tof
våldsamt hard; hardhandig; onzacht; ruw aanrandend; agressief; erg; fel; felle; gewelddadig; heftig; hevig; intens; krachtig

Verwandte Wörter für "onzacht":

  • onzachte

Wiktionary Übersetzungen für onzacht:


Cross Translation:
FromToVia
onzacht hård; mödosam; svår dur — Qui, par suite de sa fermeté, est difficile à pénétrer, à entamer.