Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. onderkomens:
  2. onderkomen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onderkomens (Niederländisch) ins Schwedisch

onderkomens:

onderkomens [de ~] Nomen, Plural

  1. de onderkomens (schuilplaatsen; toevluchtsoorden; onderdaken)

Übersetzung Matrix für onderkomens:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gömställen onderdaken; onderkomens; schuilplaatsen; toevluchtsoorden schuilhoeken

Verwandte Wörter für "onderkomens":


onderkomen:

onderkomen [het ~] Nomen

  1. het onderkomen (huisvesting; accommodatie; verblijfplaats; )
    kvarter; husrum; logi; inackordering; tak över huvudet
  2. het onderkomen (huisvesting; onderdak)
    bostad; logi; inkvartering; tak över huvudet

Übersetzung Matrix für onderkomen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bostad huisvesting; onderdak; onderkomen accommodatie; domicilie; huis; huisvesting; onderbrenging; onderdak; optrekje; pand; perceel; stulp; verblijf
husrum accommodatie; behuizing; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats logies
inackordering accommodatie; behuizing; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats kostganger; pensiongast
inkvartering huisvesting; onderdak; onderkomen kosthuis
kvarter accommodatie; behuizing; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats buitenwijk; buurt; centrum; deel van de stad; handelswijk; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk
logi accommodatie; behuizing; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats het verschaffen van onderdak; huisvesting; kwartier; logies
tak över huvudet accommodatie; behuizing; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats abri; wachthuisje

Verwandte Wörter für "onderkomen":


Wiktionary Übersetzungen für onderkomen:


Cross Translation:
FromToVia
onderkomen boning; hemvist; vistelse abode — slightly dated: residence
onderkomen hus house — human abode
onderkomen lägenhet; bostad; boning; våning; hem Wohnung — ein Raum oder mehrere Räume, die innerhalb eines Hauses einen abgeschlossenen Bereich bilden und für einen ein- oder mehrköpfigen Haushalt zum Wohnen dienen
onderkomen boning; bostad demeurehabitation, domicile.
onderkomen boning; bostad habitation — Action d’habiter un lieu.
onderkomen boning; bostad logement — Local d'habitation.