Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. onbevlektheid:
  2. onbevlekt:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onbevlektheid (Niederländisch) ins Schwedisch

onbevlektheid:

onbevlektheid [znw.] Nomen

  1. onbevlektheid (kuisheid; reinheid; onschuldigheid; zedigheid; onbezoedeldheid)
    oskyldig; oskuld

Übersetzung Matrix für onbevlektheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
oskuld kuisheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid; onschuldigheid; reinheid; zedigheid maagdelijkheid; ongereptheid; virginiteit
oskyldig kuisheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid; onschuldigheid; reinheid; zedigheid
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
oskyldig naief; onnozel; onschuldig; schuldeloos; schuldloos

Verwandte Wörter für "onbevlektheid":


onbevlekt:

onbevlekt Adjektiv

  1. onbevlekt (rein; onschuldig; vlekkeloos)
    rent; kysk; obefläckad; obefläckat; kyskt
  2. onbevlekt (maagdelijk; puur; zuiver; )
    rent; oskuldsfullt; ren; jungfruelig; jungfrueligt

Übersetzung Matrix für onbevlekt:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ren rendier
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
jungfruelig kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver
jungfrueligt kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver
kysk onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos gekuist; kuis; onbezoedeld
kyskt onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos gekuist; kuis; onbezoedeld
obefläckad onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos
obefläckat onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos onbezoedeld
oskuldsfullt kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; onschuldig; puur; schuldeloos; schuldloos; virginaal; zuiver
ren kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver deugdzaam; eerzaam; gaaf; gekuist; gereinigd; kuis; louter; maagdelijk; net; netjes; onaangeraakt; ongerept; onvermengd; onversneden; opgeruimd; ordelijk; proper; pure; puur; rein; schoon; virginaal; zedig; zedig gemaakt; zuiver; zuivere
rent kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; vlekkeloos; zuiver deugdzaam; eerzaam; gaaf; gekuist; gereinigd; gewoonweg; klinkklaar; kuis; louter; maagdelijk; net; netjes; onaangeraakt; onbezoedeld; ongerept; onvermengd; proper; pure; puur; regelrecht; rein; ronduit; schoon; virginaal; zedig; zedig gemaakt; zuiver; zuivere

Verwandte Wörter für "onbevlekt":