Niederländisch
Detailübersetzungen für niet aantreffen (Niederländisch) ins Schwedisch
niet aantreffen:
niet aantreffen Verb (tref niet aan, treft niet aan, trof niet aan, troffen niet aan, niet aangetroffen)
-
niet aantreffen
Konjugationen für niet aantreffen:
o.t.t.
- tref niet aan
- treft niet aan
- treft niet aan
- treffen niet aan
- treffen niet aan
- treffen niet aan
o.v.t.
- trof niet aan
- trof niet aan
- trof niet aan
- troffen niet aan
- troffen niet aan
- troffen niet aan
v.t.t.
- heb niet aangetroffen
- hebt niet aangetroffen
- heeft niet aangetroffen
- hebben niet aangetroffen
- hebben niet aangetroffen
- hebben niet aangetroffen
v.v.t.
- had niet aangetroffen
- had niet aangetroffen
- had niet aangetroffen
- hadden niet aangetroffen
- hadden niet aangetroffen
- hadden niet aangetroffen
o.t.t.t.
- zal niet aantreffen
- zult niet aantreffen
- zal niet aantreffen
- zullen niet aantreffen
- zullen niet aantreffen
- zullen niet aantreffen
o.v.t.t.
- zou niet aantreffen
- zou niet aantreffen
- zou niet aantreffen
- zouden niet aantreffen
- zouden niet aantreffen
- zouden niet aantreffen
diversen
- tref niet aan!
- treft niet aan!
- niet aangetroffen
- niet aantreffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für niet aantreffen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
inte träffa på | niet aantreffen |
Computerübersetzung von Drittern: