Niederländisch
Detailübersetzungen für miskennen (Niederländisch) ins Schwedisch
miskennen:
Konjugationen für miskennen:
o.t.t.
- misken
- miskent
- miskent
- miskennen
- miskennen
- miskennen
o.v.t.
- miskende
- miskende
- miskende
- miskenden
- miskenden
- miskenden
v.t.t.
- heb miskend
- hebt miskend
- heeft miskend
- hebben miskend
- hebben miskend
- hebben miskend
v.v.t.
- had miskend
- had miskend
- had miskend
- hadden miskend
- hadden miskend
- hadden miskend
o.t.t.t.
- zal miskennen
- zult miskennen
- zal miskennen
- zullen miskennen
- zullen miskennen
- zullen miskennen
o.v.t.t.
- zou miskennen
- zou miskennen
- zou miskennen
- zouden miskennen
- zouden miskennen
- zouden miskennen
en verder
- ben miskend
- bent miskend
- is miskend
- zijn miskend
- zijn miskend
- zijn miskend
diversen
- misken!
- miskent!
- miskend
- miskennend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für miskennen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
undervärdera | miskennen; niet weten te waarderen; onderschatten; onderwaarderen; te laag inschatten |
Computerübersetzung von Drittern: