Niederländisch
Detailübersetzungen für lurken (Niederländisch) ins Schwedisch
lurken:
Konjugationen für lurken:
o.t.t.
- lurk
- lurkt
- lurkt
- lurken
- lurken
- lurken
o.v.t.
- lurkte
- lurkte
- lurkte
- lurkten
- lurkten
- lurkten
v.t.t.
- heb gelurkt
- hebt gelurkt
- heeft gelurkt
- hebben gelurkt
- hebben gelurkt
- hebben gelurkt
v.v.t.
- had gelurkt
- had gelurkt
- had gelurkt
- hadden gelurkt
- hadden gelurkt
- hadden gelurkt
o.t.t.t.
- zal lurken
- zult lurken
- zal lurken
- zullen lurken
- zullen lurken
- zullen lurken
o.v.t.t.
- zou lurken
- zou lurken
- zou lurken
- zouden lurken
- zouden lurken
- zouden lurken
diversen
- lurk!
- lurkt!
- gelurkt
- lurkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für lurken:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
suga | lurken; sabbelen; slurpen; zuigen |