Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. loof:
  2. loven:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für loof (Niederländisch) ins Schwedisch

loof:

loof [het ~] Nomen

  1. het loof (lover)
    grönska

Übersetzung Matrix für loof:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
grönska loof; lover

Verwandte Wörter für "loof":


loven:

loven Verb (loof, looft, loofde, loofden, geloofd)

  1. loven (zich lovend uitlaten; prijzen; roemen; vereren)
    högt värdera någon; lovprisa någon

Konjugationen für loven:

o.t.t.
  1. loof
  2. looft
  3. looft
  4. loven
  5. loven
  6. loven
o.v.t.
  1. loofde
  2. loofde
  3. loofde
  4. loofden
  5. loofden
  6. loofden
v.t.t.
  1. heb geloofd
  2. hebt geloofd
  3. heeft geloofd
  4. hebben geloofd
  5. hebben geloofd
  6. hebben geloofd
v.v.t.
  1. had geloofd
  2. had geloofd
  3. had geloofd
  4. hadden geloofd
  5. hadden geloofd
  6. hadden geloofd
o.t.t.t.
  1. zal loven
  2. zult loven
  3. zal loven
  4. zullen loven
  5. zullen loven
  6. zullen loven
o.v.t.t.
  1. zou loven
  2. zou loven
  3. zou loven
  4. zouden loven
  5. zouden loven
  6. zouden loven
en verder
  1. ben geloofd
  2. bent geloofd
  3. is geloofd
  4. zijn geloofd
  5. zijn geloofd
  6. zijn geloofd
diversen
  1. loof!
  2. looft!
  3. geloofd
  4. lovend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für loven:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
högt värdera någon loven; prijzen; roemen; vereren; zich lovend uitlaten
lovprisa någon loven; prijzen; roemen; vereren; zich lovend uitlaten

Verwandte Wörter für "loven":


Wiktionary Übersetzungen für loven:


Cross Translation:
FromToVia
loven prisa; lovorda; berömma; lova loben — eine wertschätzende Aussage machen
loven lova praise — to give praise to