Niederländisch

Detailübersetzungen für lompheid (Niederländisch) ins Schwedisch

lompheid:


lomp:

lomp Adjektiv

  1. lomp (onbeschoft)
  2. lomp (platvloers; grof; laag-bij-de-grond; )
    grovt; rått; oanständig; ohyfsad; plump; plumpt; oanständigt; ohyfsat
  3. lomp (schunnig; banaal; triviaal; )
    grov; snuskig; grovt; snuskigt; banalt; under bältet; obscent
  4. lomp (grofgebouwd; grof; ruw)
    robust; kraftig; kraftigt; stadigt; kraftigt byggd
  5. lomp (onbeschaafd; onbehouwen; onopgevoed; bot)
  6. lomp (ongemanierd; onbeleefd; onbehoorlijk; )
  7. lomp (onsierlijk van gedaante; plomp; log)
    tung; tungt; knubbigt; plump; plumpt
  8. lomp (onelegant; plomp)
    tvär; tvärt; plumpt; plump; burdust

Übersetzung Matrix für lomp:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
oförskämd inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
vilt flink
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
banalt banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig
barbarisk bot; lomp; onbehouwen; onbeschaafd; onopgevoed barbaars; beestachtig; bruut; inhumaan; monsterlijk; onmenselijk; wreed
barbariskt bot; lomp; onbehouwen; onbeschaafd; onopgevoed barbaars; beestachtig; bruut; inhumaan; monsterlijk; onmenselijk; wreed
bondigt bot; lomp; onbehouwen; onbeschaafd; onopgevoed
burdust lomp; onelegant; plomp stomp
grov banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig globaal; in grote lijnen; niet glad; ongelikt; ruw
grovt banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig globaal; hard; hardhandig; in grote lijnen; niet glad; ongelikt; onzacht; ruige; ruw; schofterig
knubbigt log; lomp; onsierlijk van gedaante; plomp tonrond
kraftig grof; grofgebouwd; lomp; ruw doortastend; drastisch; erg; fel; ferm; forse; grofgebouwd; heftig; hevig; krachtdadig; krachtig; levenskrachtig; massief; niet hol; vitaal
kraftigt grof; grofgebouwd; lomp; ruw corpulent; dik; doortastend; drastisch; erg; fel; ferm; flink; fors; forse; fysiek sterk; gezet; grofgebouwd; heftig; hevig; intens; klemmend; krachtdadig; krachtig; levenskrachtig; lijvig; massief; met een krachtige uitwerking; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; niet hol; omvangrijk; potig; robuust; sterk; stevig; struis; uitdrukkelijk; vitaal; volumineus; zwaar; zwaargebouwd; zwaarlijvig
kraftigt byggd grof; grofgebouwd; lomp; ruw massief; niet hol
med dåligt uppförande boers; hufterig; lomp; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschoft; ongemanierd; onhoffelijk
med dåligt uppförandet boers; hufterig; lomp; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschoft; ongemanierd; onhoffelijk
oanständig boers; grof; hufterig; laag-bij-de-grond; lomp; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschoft; ongemanierd; onhoffelijk; plat; platvloers; schunnig; vunzig onbehoorlijk; onbetamelijk; oneerbaar; onfatsoenlijk; ongehoord; ongepast; onkies; ontuchtig; onwelgevoeglijk; onwelvoegelijk; onwelvoeglijk
oanständigt boers; grof; hufterig; laag-bij-de-grond; lomp; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschoft; ongemanierd; onhoffelijk; plat; platvloers; schunnig; vunzig amoreel; immoreel; onbehoorlijk; onbetamelijk; oneerbaar; onfatsoenlijk; ongehoord; ongepast; onkies; onpassend; ontuchtig; onvertogen; onwelgevoegelijk; onwelgevoeglijk; onwelvoegelijk; onwelvoeglijk; onzedelijk; onzedig; verkeerd; zedeloos
oartigt boers; hufterig; lomp; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschoft; ongemanierd; onhoffelijk onaardig; onbeleefd; ongemanierd; onhartelijk; onhebbelijk; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwelwillend
obscent banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig obsceen; schuin; vies; vunzig; zedeloos
ociviliserad bot; lomp; onbehouwen; onbeschaafd; onopgevoed
ociviliserat bot; lomp; onbehouwen; onbeschaafd; onopgevoed
oförskämd lomp; onbeschoft aanmatigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
oförskämt boers; hufterig; lomp; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschoft; ongemanierd; onhoffelijk aanmatigend; onbehoorlijk; onbeschaamd; onbeschoft; onbetamelijk; onfatsoenlijk; ongegeneerd; ongehoord; ongelikt; ongepast; onwelvoegelijk; respectloos
ohyfsad grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; vunzig bedoezeld; groezelig; morsig; onbeleefd; ongelikt; ongemanierd; onhebbelijk; onvriendelijk; smoezelig; viezig
ohyfsat grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; vunzig bedoezeld; groezelig; morsig; onaardig; onbeleefd; ongelikt; ongemanierd; onhartelijk; onhebbelijk; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwelwillend; smoezelig; viezig
okultiverad bot; lomp; onbehouwen; onbeschaafd; onopgevoed
okultiverat bot; lomp; onbehouwen; onbeschaafd; onopgevoed
ouppfostrad boers; hufterig; lomp; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschoft; ongemanierd; onhoffelijk ongelikt
ouppfostrat boers; hufterig; lomp; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschoft; ongemanierd; onhoffelijk ongelikt
plump grof; laag-bij-de-grond; log; lomp; onelegant; onsierlijk van gedaante; plat; platvloers; plomp; schunnig; vunzig
plumpt grof; laag-bij-de-grond; log; lomp; onelegant; onsierlijk van gedaante; plat; platvloers; plomp; schunnig; vunzig
robust grof; grofgebouwd; lomp; ruw degelijk; flink; fors; potig; solide; stevig
rått grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; vunzig meedogenloos; niet glad; ongekookt; rauw; ruw; wreed
snuskig banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig
snuskigt banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig bedoezeld; groezelig; morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; smoezelig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig; zwijnachtig
stadigt grof; grofgebouwd; lomp; ruw bestendig; constant; corpulent; dik; gezet; lijvig; stabiel; stevig; zwaarlijvig
tung log; lomp; onsierlijk van gedaante; plomp beklemmend; dicht; dicht opeen; fors; knellend; loden; loodzwaar; machtig; massief; moeilijk verteerbaar; nijpend; potig; robuust; slecht verteerbaar; smartelijk; struis; zwaar; zwaargebouwd
tungt log; lomp; onsierlijk van gedaante; plomp beklemmend; dicht; dicht opeen; fors; knellend; loden; loodzwaar; machtig; massief; moeilijk verteerbaar; nijpend; potig; robuust; slecht verteerbaar; smartelijk; struis; zwaar; zwaargebouwd; zwaarwichtig
tvär lomp; onelegant; plomp bokkig
tvärt lomp; onelegant; plomp bokkig; dwars op
under bältet banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig
vilt bot; lomp; onbehouwen; onbeschaafd; onopgevoed fel; felle; heftig; hevig; verwoed; wild

Verwandte Wörter für "lomp":

  • lompheid, lomper, lompere, lompst, lompste, lompe

Wiktionary Übersetzungen für lomp:


Cross Translation:
FromToVia
lomp grov; klumpig klobigbezogen auf Finger, Hände: ungeschickt, ungelenk
lomp lapp chiffonmauvais linge, mauvais morceau d'étoffe ou rognure d’une étoffe neuf.
lomp gensvarig; oartig; oblyg; oförsynt; ohövlig impolipersonne qui n'a aucune politesse.
lomp lapp lambeaumorceau d’une étoffe déchirer.