"last" übersetzt von Niederländische ins Schwedisch--Interglot

Remove Ads

Übersicht

Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten

last:
- last; börda; ansträngning; spänning; frakt; gods; besvär; olägenhet; obekvämlighet; omak
lassen:
- svetsa ihop; svetsa; svetsa samman
- svetsningar
Wiktionary:
- last → belastning, börda, last, besvär, besvärlighet
- lassen → svetsa

Niederländisch

Detailübersetzungen für last (Niederländisch) ins Schwedisch

last:

last [de ~ (m)] Nomen

de last (gevoelslast)
last; börda
- last [-en] Nomen
- börda [-en] Nomen
de last (inspanning; soesa; moeite)
ansträngning; spänning
- ansträngning [-en] Nomen
- spänning [-en] Nomen
de last (belading; vracht; lading)
last; frakt; gods
- last [-en] Nomen
- frakt [-en] Nomen
- gods [-ett] Nomen
de last (overlast; soesa; moeite; hinder)
besvär; olägenhet; obekvämlighet; omak
- besvär [-ett] Nomen
- olägenhet [-en] Nomen
- obekvämlighet Nomen
- omak [-ett] Nomen

Übersetzung Matrix für last:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
ansträngning	inspanning; last; moeite; soesa	inspanning; poging; verrekking; zware inspanning
besvär	hinder; last; moeite; overlast; soesa	ergernis; hinder; hinderlijk persoon; kwaal; lastpak; lastpost; leed; overlast; pijn; rompslomp; slepende ziekte; stoornis; veel gedoe
börda	gevoelslast; last	draaglast
frakt	belading; lading; last; vracht	bevrachting; cargo; lading; scheepslading; vracht; vrachtgoed
gods	belading; lading; last; vracht	artikelen; goederen; goedje; handelswaar; koopwaar; materiaal; riddergoed; spul; voorwerpen; vrachtgoed; waar; waren
last	belading; gevoelslast; lading; last; vracht	inladen; kwaaltje; lading; ladingen; schroefbank; verlading; vrachten; vrachtgoed
obekvämlighet	hinder; last; moeite; overlast; soesa
olägenhet	hinder; last; moeite; overlast; soesa	ergernis; hinder; hinderlijk persoon; keerzijde; lastigheid; lastpak; lastpost; ongemak; ongerief; overlast; schaduwzijde
omak	hinder; last; moeite; overlast; soesa
spänning	inspanning; last; moeite; soesa	concentratie; gespannenheid; ingespannenheid
-	lading; vracht

Synonyms for "last":

lading; vracht
hinder

Wiktionary Übersetzungen für last:

Cross Translation:

From	To	Via
• last	→ belastning; börda	↔ burden — heavy load
• last	→ last	↔ charge — load or burden
• last	→ besvär; besvärlighet	↔ Beschwernis — gehoben: die mit einer Angelegenheit verbundene Mühe oder Anstrengung
• last	→ last	↔ Last — Transportwesen: etwas, was sich durch sein Gewicht nach unten drückt oder zieht; auch Ladung, Fracht; was man trägt
• last	→ last	↔ Last — psychischer Druck, beschwerlicher Umstand

lassen:

lassen Verb (las, last, laste, lasten, gelast)

lassen
svetsa ihop; svetsa
- svetsa ihop Verb (svetsar ihop, svetsade ihop, svetsat ihop)
- svetsa Verb (svetsar, svetsade, svetsat)
lassen (aaneenlassen)
svetsa ihop; svetsa samman
- svetsa ihop Verb (svetsar ihop, svetsade ihop, svetsat ihop)
- svetsa samman Verb (svetsar samman, svetsade samman, svetsat samman)

Konjugationen für lassen:

o.t.t.

las
last
last
lassen
lassen
lassen

o.v.t.

laste
laste
laste
lasten
lasten
lasten

v.t.t.

heb gelast
hebt gelast
heeft gelast
hebben gelast
hebben gelast
hebben gelast

v.v.t.

had gelast
had gelast
had gelast
hadden gelast
hadden gelast
hadden gelast

o.t.t.t.

zal lassen
zult lassen
zal lassen
zullen lassen
zullen lassen
zullen lassen

o.v.t.t.

zou lassen
zou lassen
zou lassen
zouden lassen
zouden lassen
zouden lassen

en verder

is gelast

diversen

las!
last!
gelast
lassend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

lassen [de ~] Nomen, Plural

de lassen (welnaden; lasnaden)
svetsningar
- svetsningar Nomen

Übersetzung Matrix für lassen:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
svetsningar	lasnaden; lassen; welnaden
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
svetsa	lassen
svetsa ihop	aaneenlassen; lassen
svetsa samman	aaneenlassen; lassen

Wiktionary Übersetzungen für lassen:

Cross Translation:

From	To	Via
• lassen	→ svetsa	↔ weld — to join materials (especially metals) by applying heat

Computerübersetzung von Drittern:

übersetze last von Niederländische ins Schwedisch

Detailübersetzungen für last (Niederländisch) ins Schwedisch

last:

last [de ~ (m)] Nomen

de last (gevoelslast)

de last (inspanning; soesa; moeite)

de last (belading; vracht; lading)

de last (overlast; soesa; moeite; hinder)