Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. kuis:
  2. kuisen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für kuis (Niederländisch) ins Schwedisch

kuis:

kuis Adjektiv

  1. kuis (hygienisch; schoon; zuiver; rein)
  2. kuis (rein; schoon; net)
    ren; rent
  3. kuis (maagdelijk; puur; zuiver; )
    rent; oskuldsfullt; ren; jungfrueligt; jungfruelig
  4. kuis (zedig; eerbaar)
    klyftig; klyftigt
  5. kuis (gekuist)
    kysk; ärbar; kyskt; ärbart; dygdigt

kuis [de ~ (m)] Nomen

  1. de kuis (reiniging; schoonmaak; reinigen; )
    rensning; rengöring

Übersetzung Matrix für kuis:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ren rendier
rengöring kuis; kuising; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaken; zuivering kuising; opruiming; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaken; wassen; wassing; zuivering
rensning kuis; kuising; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaken; zuivering kuising; opruiming; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaken; verwijderen; zuivering
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dygdigt gekuist; kuis
hygienisk hygienisch; kuis; rein; schoon; zuiver hygiënisch
hygieniskt hygienisch; kuis; rein; schoon; zuiver
jungfruelig kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver
jungfrueligt kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver
klyftig eerbaar; kuis; zedig
klyftigt eerbaar; kuis; zedig gis; schrander; slim
kysk gekuist; kuis onbevlekt; onbezoedeld; onschuldig; rein; vlekkeloos
kyskt gekuist; kuis onbevlekt; onbezoedeld; onschuldig; rein; vlekkeloos
oskuldsfullt kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; onschuldig; puur; schuldeloos; schuldloos; virginaal; zuiver
ren kuis; maagdelijk; net; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; schoon; zuiver deugdzaam; eerzaam; gaaf; gekuist; gereinigd; louter; maagdelijk; netjes; onaangeraakt; ongerept; onvermengd; onversneden; opgeruimd; ordelijk; proper; pure; puur; schoon; virginaal; zedig; zedig gemaakt; zuiver; zuivere
rent kuis; maagdelijk; net; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; schoon; zuiver deugdzaam; eerzaam; gaaf; gekuist; gereinigd; gewoonweg; klinkklaar; louter; maagdelijk; netjes; onaangeraakt; onbevlekt; onbezoedeld; ongerept; onschuldig; onvermengd; proper; pure; puur; regelrecht; rein; ronduit; schoon; virginaal; vlekkeloos; zedig; zedig gemaakt; zuiver; zuivere
ärbar gekuist; kuis decent; edelachtbaar; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; welvoeglijk
ärbart gekuist; kuis decent; edelachtbaar; eerbaar; eerzaam; fatsoenlijk; keurig; kies; manierlijk; netjes; respectabel; welvoeglijk

Verwandte Wörter für "kuis":


Wiktionary Übersetzungen für kuis:


Cross Translation:
FromToVia
kuis kysk chaste — abstaining from sexual intercourse

kuisen:

kuisen Verb (kuis, kuist, kuiste, kuisten, gekuist)

  1. kuisen (in zedelijk opzicht zuiveren; reinigen; klaren; louteren)
    uppklara; rensa
    • uppklara Verb (uppklarar, uppklarade, uppklarat)
    • rensa Verb (rensar, rensade, rensat)

Konjugationen für kuisen:

o.t.t.
  1. kuis
  2. kuist
  3. kuist
  4. kuisen
  5. kuisen
  6. kuisen
o.v.t.
  1. kuiste
  2. kuiste
  3. kuiste
  4. kuisten
  5. kuisten
  6. kuisten
v.t.t.
  1. heb gekuist
  2. hebt gekuist
  3. heeft gekuist
  4. hebben gekuist
  5. hebben gekuist
  6. hebben gekuist
v.v.t.
  1. had gekuist
  2. had gekuist
  3. had gekuist
  4. hadden gekuist
  5. hadden gekuist
  6. hadden gekuist
o.t.t.t.
  1. zal kuisen
  2. zult kuisen
  3. zal kuisen
  4. zullen kuisen
  5. zullen kuisen
  6. zullen kuisen
o.v.t.t.
  1. zou kuisen
  2. zou kuisen
  3. zou kuisen
  4. zouden kuisen
  5. zouden kuisen
  6. zouden kuisen
en verder
  1. ben gekuist
  2. bent gekuist
  3. is gekuist
  4. zijn gekuist
  5. zijn gekuist
  6. zijn gekuist
diversen
  1. kuis!
  2. kuist!
  3. gekuist
  4. kuisend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für kuisen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
rensa schoonmaakbeurt; wegruimen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
rensa in zedelijk opzicht zuiveren; klaren; kuisen; louteren; reinigen bergen; leeghalen; opruimen; opschonen; plunderen; uitknijpen; uitpersen; uitzuigen; verrekenen
uppklara in zedelijk opzicht zuiveren; klaren; kuisen; louteren; reinigen
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
rensa Opschonen

Verwandte Wörter für "kuisen":


Wiktionary Übersetzungen für kuisen:


Cross Translation:
FromToVia
kuisen städa clean — (transitive) to remove dirt from a place or object