Niederländisch
Detailübersetzungen für kosten maken (Niederländisch) ins Schwedisch
kosten maken:
-
kosten maken
Konjugationen für kosten maken:
o.t.t.
- maak kosten
- maakt kosten
- maakt kosten
- maken kosten
- maken kosten
- maken kosten
o.v.t.
- maakte kosten
- maakte kosten
- maakte kosten
- maakten kosten
- maakten kosten
- maakten kosten
v.t.t.
- heb kosten gemaakt
- hebt kosten gemaakt
- heeft kosten gemaakt
- hebben kosten gemaakt
- hebben kosten gemaakt
- hebben kosten gemaakt
v.v.t.
- had kosten gemaakt
- had kosten gemaakt
- had kosten gemaakt
- hadden kosten gemaakt
- hadden kosten gemaakt
- hadden kosten gemaakt
o.t.t.t.
- zal kosten maken
- zult kosten maken
- zal kosten maken
- zullen kosten maken
- zullen kosten maken
- zullen kosten maken
o.v.t.t.
- zou kosten maken
- zou kosten maken
- zou kosten maken
- zouden kosten maken
- zouden kosten maken
- zouden kosten maken
diversen
- maak kosten!
- maakt kosten!
- kosten gemaakt
- kosten makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für kosten maken:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
beräkna kostnader | kosten maken |
Computerübersetzung von Drittern: