Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. kolk:
  2. kolken:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für kolk (Niederländisch) ins Schwedisch

kolk:


Übersetzung Matrix für kolk:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
vattenvirvel draaikolk; kolk; kolkgat; maalstroom; werveling; wieling; wieling in het water

Verwandte Wörter für "kolk":


Wiktionary Übersetzungen für kolk:


Cross Translation:
FromToVia
kolk damm étang — Grand amas d’eau retenu par une chaussée

kolken:

kolken Verb (kolk, kolkt, kolkte, kolkten, gekolkt)

  1. kolken (wielen; wervelen)
    snurra; virvla
    • snurra Verb (snurrar, snurrade, snurrat)
    • virvla Verb (virvlar, virvlade, virvlat)
  2. kolken (draaien; ronddraaien)
    virvla; snurra; svänga runt
    • virvla Verb (virvlar, virvlade, virvlat)
    • snurra Verb (snurrar, snurrade, snurrat)
    • svänga runt Verb (svänger runt, svängde runt, svängt runt)

Konjugationen für kolken:

o.t.t.
  1. kolk
  2. kolkt
  3. kolkt
  4. kolken
  5. kolken
  6. kolken
o.v.t.
  1. kolkte
  2. kolkte
  3. kolkte
  4. kolkten
  5. kolkten
  6. kolkten
v.t.t.
  1. heb gekolkt
  2. hebt gekolkt
  3. heeft gekolkt
  4. hebben gekolkt
  5. hebben gekolkt
  6. hebben gekolkt
v.v.t.
  1. had gekolkt
  2. had gekolkt
  3. had gekolkt
  4. hadden gekolkt
  5. hadden gekolkt
  6. hadden gekolkt
o.t.t.t.
  1. zal kolken
  2. zult kolken
  3. zal kolken
  4. zullen kolken
  5. zullen kolken
  6. zullen kolken
o.v.t.t.
  1. zou kolken
  2. zou kolken
  3. zou kolken
  4. zouden kolken
  5. zouden kolken
  6. zouden kolken
diversen
  1. kolk!
  2. kolkt!
  3. gekolkt
  4. kolkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für kolken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
snurra draaien; kolken; ronddraaien; wervelen; wielen draaien; keren; kroelen; rondtollen; tollen; wenden
svänga runt draaien; kolken; ronddraaien dichtrijgen; dichtsnoeren; omzwaaien; omzwenken; rijgen
virvla draaien; kolken; ronddraaien; wervelen; wielen kroelen; zwieren

Verwandte Wörter für "kolken":