Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. klapwieken:


Niederländisch

Detailübersetzungen für klapwieken (Niederländisch) ins Schwedisch

klapwieken:

klapwieken Verb (klapwiek, klapwiekt, klapwiekte, klapwiekten, geklapwiekt)

  1. klapwieken
    flaxa med vingarna; slå med vingarna

Konjugationen für klapwieken:

o.t.t.
  1. klapwiek
  2. klapwiekt
  3. klapwiekt
  4. klapwieken
  5. klapwieken
  6. klapwieken
o.v.t.
  1. klapwiekte
  2. klapwiekte
  3. klapwiekte
  4. klapwiekten
  5. klapwiekten
  6. klapwiekten
v.t.t.
  1. heb geklapwiekt
  2. hebt geklapwiekt
  3. heeft geklapwiekt
  4. hebben geklapwiekt
  5. hebben geklapwiekt
  6. hebben geklapwiekt
v.v.t.
  1. had geklapwiekt
  2. had geklapwiekt
  3. had geklapwiekt
  4. hadden geklapwiekt
  5. hadden geklapwiekt
  6. hadden geklapwiekt
o.t.t.t.
  1. zal klapwieken
  2. zult klapwieken
  3. zal klapwieken
  4. zullen klapwieken
  5. zullen klapwieken
  6. zullen klapwieken
o.v.t.t.
  1. zou klapwieken
  2. zou klapwieken
  3. zou klapwieken
  4. zouden klapwieken
  5. zouden klapwieken
  6. zouden klapwieken
diversen
  1. klapwiek!
  2. klapwiekt!
  3. geklapwiekt
  4. klapwiekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für klapwieken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
flaxa med vingarna klapwieken
slå med vingarna klapwieken

Computerübersetzung von Drittern: