Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. keuvelen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für keuvelen (Niederländisch) ins Schwedisch

keuvelen:

keuvelen Verb (keuvel, keuvelt, keuvelde, keuvelden, gekeuveld)

  1. keuvelen
    snacka; prata; gagga
    • snacka Verb (snackar, snackade, snackat)
    • prata Verb (pratar, pratade, pratat)
    • gagga Verb (gaggar, gaggade, gaggat)

Konjugationen für keuvelen:

o.t.t.
  1. keuvel
  2. keuvelt
  3. keuvelt
  4. keuvelen
  5. keuvelen
  6. keuvelen
o.v.t.
  1. keuvelde
  2. keuvelde
  3. keuvelde
  4. keuvelden
  5. keuvelden
  6. keuvelden
v.t.t.
  1. heb gekeuveld
  2. hebt gekeuveld
  3. heeft gekeuveld
  4. hebben gekeuveld
  5. hebben gekeuveld
  6. hebben gekeuveld
v.v.t.
  1. had gekeuveld
  2. had gekeuveld
  3. had gekeuveld
  4. hadden gekeuveld
  5. hadden gekeuveld
  6. hadden gekeuveld
o.t.t.t.
  1. zal keuvelen
  2. zult keuvelen
  3. zal keuvelen
  4. zullen keuvelen
  5. zullen keuvelen
  6. zullen keuvelen
o.v.t.t.
  1. zou keuvelen
  2. zou keuvelen
  3. zou keuvelen
  4. zouden keuvelen
  5. zouden keuvelen
  6. zouden keuvelen
diversen
  1. keuvel!
  2. keuvelt!
  3. gekeuveld
  4. keuvelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für keuvelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gagga keuvelen
prata keuvelen babbelen; brabbelen; communiceren; een conversatie hebben; in contact staan; kakelen; klappen; kletsen; kouten; krompraten; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; spreken; wauwelen; zwammen
snacka keuvelen babbelen; bomen; een boom opzetten; kakelen; klappen; kletsen; kouten; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; spreken; wauwelen; zwammen

Wiktionary Übersetzungen für keuvelen:


Cross Translation:
FromToVia
keuvelen babbla; pladdra; snacka babillerparler beaucoup à propos de rien.
keuvelen prata; snacka bavarderparler sans mesure et sans discrétion.