Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. kamertje:
  2. kamer:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für kamertje (Niederländisch) ins Schwedisch

kamertje:

kamertje [het ~] Nomen

  1. het kamertje (cabine)
    stuga; hytt

Übersetzung Matrix für kamertje:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hytt cabine; kamertje cabine; cockpit; stuurcabine
stuga cabine; kamertje huisje

Verwandte Wörter für "kamertje":


kamer:

kamer [de ~] Nomen

  1. de kamer (ruimte in een gebouw; vertrekken; vertrek)
    rum; kammare
  2. de kamer (Kamer der Staten-Generaal; kabinet)
    riksdag; parlament

Übersetzung Matrix für kamer:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
kammare kamer; ruimte in een gebouw; vertrek; vertrekken kleine kamer; opkamer
parlament Kamer der Staten-Generaal; kabinet; kamer parlement
riksdag Kamer der Staten-Generaal; kabinet; kamer gezag; gouvernement; kabinet; parlement; regering; rijksdag
rum kamer; ruimte in een gebouw; vertrek; vertrekken aparte vergaderruimte; grote kamer; kamers; ruimte; ruimtes; vertrekken; zaal; zalen
- vertrek

Verwandte Wörter für "kamer":


Synonyms for "kamer":


Verwandte Definitionen für "kamer":

  1. ruimte in gebouw, met vier muren, vloer en plafond1
    • het huis heeft drie kamers1

Wiktionary Übersetzungen für kamer:


Cross Translation:
FromToVia
kamer hus; kammare house — debating chamber for government politicians
kamer plats; utrymme; rum room — space
kamer rum room — division in a building
kamer gemak; kammare chambre — Toute pièce habitable d’une maison et principalement une chambre à coucher.
kamer aktstycke; gemak; kammare; bit piècepartie, portion, morceau d’un tout.
kamer gemak; kammare sallepièce d’un bâtiment.