Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. instructeur:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für instructeur (Niederländisch) ins Schwedisch

instructeur:

instructeur [de ~ (m)] Nomen

  1. de instructeur (leermeester; opleider; oefenmeester)
    lärare; instruktör; tränare
  2. de instructeur (leraar; docent; leermeester)
    mästare; instruktör; lärare; informator; mentor

Übersetzung Matrix für instructeur:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
informator docent; instructeur; leermeester; leraar begeleider; mentor; opleidster
instruktör docent; instructeur; leermeester; leraar; oefenmeester; opleider coach; leerkracht; leraar; leraar op basisschool; meester; oefenmeester; onderwijzer; pedant; schoolmeester
lärare docent; instructeur; leermeester; leraar; oefenmeester; opleider docenten; leerkracht; leraar; leraar op basisschool; leraren; magister; meester; meesters; onderwijskracht; onderwijzer; onderwijzers; opleidster; opvoeder; opvoeders; opvoedster; pedant; schoolmeester; schoolmeesters; vrouwelijke opvoeder
mentor docent; instructeur; leermeester; leraar
mästare docent; instructeur; leermeester; leraar kampioen; maestro; magister; meester
tränare instructeur; leermeester; oefenmeester; opleider coach; instructeurs; leermeesters; oefenmeester; trainer

Verwandte Wörter für "instructeur":


Wiktionary Übersetzungen für instructeur:


Cross Translation:
FromToVia
instructeur instruktör Instrukteur — Person, die andere Personen darin unterrichtet, wie etwas zu bewerkstelligen, zu handhaben oder auch zu verstehen ist
instructeur lektor; lärare instituteur — Enseignant d’école primaire.