Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. innoverend:
  2. innoveren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für innoverend (Niederländisch) ins Schwedisch

innoverend:

innoverend Adjektiv

  1. innoverend (vernieuwend)

Übersetzung Matrix für innoverend:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
nyskapande frisheid; herschepping; nieuwheid; originaliteit
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
innovativt innoverend; vernieuwend
nyskapande innoverend; vernieuwend

innoveren:

innoveren Verb (innoveer, innoveert, innoveerde, innoveerden, geïnnoveerd)

  1. innoveren
    nyskapa
    • nyskapa Verb (nyskapar, nyskapade, nyskapat)

Konjugationen für innoveren:

o.t.t.
  1. innoveer
  2. innoveert
  3. innoveert
  4. innoveren
  5. innoveren
  6. innoveren
o.v.t.
  1. innoveerde
  2. innoveerde
  3. innoveerde
  4. innoveerden
  5. innoveerden
  6. innoveerden
v.t.t.
  1. heb geïnnoveerd
  2. hebt geïnnoveerd
  3. heeft geïnnoveerd
  4. hebben geïnnoveerd
  5. hebben geïnnoveerd
  6. hebben geïnnoveerd
v.v.t.
  1. had geïnnoveerd
  2. had geïnnoveerd
  3. had geïnnoveerd
  4. hadden geïnnoveerd
  5. hadden geïnnoveerd
  6. hadden geïnnoveerd
o.t.t.t.
  1. zal innoveren
  2. zult innoveren
  3. zal innoveren
  4. zullen innoveren
  5. zullen innoveren
  6. zullen innoveren
o.v.t.t.
  1. zou innoveren
  2. zou innoveren
  3. zou innoveren
  4. zouden innoveren
  5. zouden innoveren
  6. zouden innoveren
en verder
  1. is geïnnoveerd
diversen
  1. innoveer!
  2. innoveert!
  3. geïnnoveerd
  4. innoverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für innoveren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
nyskapa innoveren
- vernieuwen

Synonyms for "innoveren":


Verwandte Definitionen für "innoveren":

  1. nieuwe produkten, technieken etc. gaan gebruiken1
    • dit bedrijf innoveerde de laatste jaren sterk1