Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. herwaarderen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für herwaarderen (Niederländisch) ins Schwedisch

herwaarderen:

herwaarderen Verb (herwaardeer, herwaardeert, herwaardeerde, herwaardeerden, hergewaardeerd)

  1. herwaarderen (revalueren; hertaxeren)
    omvärdera
    • omvärdera Verb (omvärderar, omvärderade, omvärderat)

Konjugationen für herwaarderen:

o.t.t.
  1. herwaardeer
  2. herwaardeert
  3. herwaardeert
  4. herwaarderen
  5. herwaarderen
  6. herwaarderen
o.v.t.
  1. herwaardeerde
  2. herwaardeerde
  3. herwaardeerde
  4. herwaardeerden
  5. herwaardeerden
  6. herwaardeerden
v.t.t.
  1. heb hergewaardeerd
  2. hebt hergewaardeerd
  3. heeft hergewaardeerd
  4. hebben hergewaardeerd
  5. hebben hergewaardeerd
  6. hebben hergewaardeerd
v.v.t.
  1. had hergewaardeerd
  2. had hergewaardeerd
  3. had hergewaardeerd
  4. hadden hergewaardeerd
  5. hadden hergewaardeerd
  6. hadden hergewaardeerd
o.t.t.t.
  1. zal herwaarderen
  2. zult herwaarderen
  3. zal herwaarderen
  4. zullen herwaarderen
  5. zullen herwaarderen
  6. zullen herwaarderen
o.v.t.t.
  1. zou herwaarderen
  2. zou herwaarderen
  3. zou herwaarderen
  4. zouden herwaarderen
  5. zouden herwaarderen
  6. zouden herwaarderen
en verder
  1. is hergewaardeerd
  2. zijn hergewaardeerd
diversen
  1. herwaardeer!
  2. herwaardeert!
  3. hergewaardeerd
  4. herwaarderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für herwaarderen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
omvärdera hertaxeren; herwaarderen; revalueren in waarde verhogen; opwaarderen